Vrije wil
Als je muziek wilt maken zul je toch eerst een instrument nodig hebben. Wij mensen zijn het instrument waarop de Geest Gods speelt, dwz waarmee Hij het leven produceert. Dat muziek maken, dat leven creëren kan in de mens door de mens dat leven zelf te laten vormen.
Leven is liefde, letterlijk.
De Geest Gods creëert het leven, de liefde, in de mens niet door het er in te duwen, maar door de mens het zelf in zich op te laten wekken. We zijn weliswaar al levend naar onze eigen mening omdat we denken, willen en handelen. Maar dat is echter niet meer dan het instrument dat in zichzelf het leven van liefde nog dient op te wekken.
Een instrument van een muzikant is alleen in staat muziek te produceren als de muzikant het er uit tevoorschijn haalt. In de mens is het al niet anders dat het leven van liefde tevoorschijn wordt gehaald door de Geest Gods, met dit verschil dat het instrument vd muzikant geen wil heeft en dat is ook niet nodig, de mens echter heeft wel een eigen wil en dat is ook noodzakelijk, omdat liefde verwekken zonder dwang door de mens zelf dient te worden gedaan.
Oftewel, de Geest Gods wekt dat leven in de mens door het de mens uit vrije wil zelf te laten doen. Het instrument, mens, met alle vermogens zoals denken en willen, is precies dat, een instrument. Dat instrument dient voordat de mens zelf kan kiezen noodzakelijkerwijs een natuurlijk bewustzijn op te bouwen opdat van daaruit uit eigen beweging een geestelijk bewustzijn van liefde kan worden gevormd.
Het enige wat de mens doet is vrij willen. Al het andere, nogmaals àl het andere wordt door de Geest Gods voorzien. Kortom al de vermogens die de mens heeft zijn bedoeld ten dienste te staan van het maken van die vrije keuze. De mens echter houdt het hebben van die vermogens al voor het ware leven. En als hij dat niet doet, dan zet hij de vermogens desondanks zelfzuchtig in voor met name zo veel mogelijk werelds genot.
Maar dat is helemaal niet de muziek die dient te worden gemaakt. Het is alsof er door de meeste mensen vals wordt gespeeld, de verkeerde melodie, in schrille disharmonie. Indien een muzikant een instrument heeft waarop niet is te spelen dan ruilt hij het in voor een beter.
Dat doet de Geest Gods niet want die heeft al lang voorzien dat het ontwikkelen van een leven van liefde, aangezien het noodzakelijkerwijs uit vrije wil geschiedt, wel enige oefening vraagt. De mens leeft in een voortdurende oefening dit leven van liefde in zichzelf op te wekken, en ja, gedurende die oefenperiode ga je als Geest Gods natuurlijk het instrument dat nog niet goed klinkt niet inruilen voor een beter, nee, Hij heeft geduld, eindeloos geduld, zoals een goede docent ook geduld heeft met zijn leerlingen.
Leven is liefde, letterlijk.
De Geest Gods creëert het leven, de liefde, in de mens niet door het er in te duwen, maar door de mens het zelf in zich op te laten wekken. We zijn weliswaar al levend naar onze eigen mening omdat we denken, willen en handelen. Maar dat is echter niet meer dan het instrument dat in zichzelf het leven van liefde nog dient op te wekken.
Een instrument van een muzikant is alleen in staat muziek te produceren als de muzikant het er uit tevoorschijn haalt. In de mens is het al niet anders dat het leven van liefde tevoorschijn wordt gehaald door de Geest Gods, met dit verschil dat het instrument vd muzikant geen wil heeft en dat is ook niet nodig, de mens echter heeft wel een eigen wil en dat is ook noodzakelijk, omdat liefde verwekken zonder dwang door de mens zelf dient te worden gedaan.
Oftewel, de Geest Gods wekt dat leven in de mens door het de mens uit vrije wil zelf te laten doen. Het instrument, mens, met alle vermogens zoals denken en willen, is precies dat, een instrument. Dat instrument dient voordat de mens zelf kan kiezen noodzakelijkerwijs een natuurlijk bewustzijn op te bouwen opdat van daaruit uit eigen beweging een geestelijk bewustzijn van liefde kan worden gevormd.
Het enige wat de mens doet is vrij willen. Al het andere, nogmaals àl het andere wordt door de Geest Gods voorzien. Kortom al de vermogens die de mens heeft zijn bedoeld ten dienste te staan van het maken van die vrije keuze. De mens echter houdt het hebben van die vermogens al voor het ware leven. En als hij dat niet doet, dan zet hij de vermogens desondanks zelfzuchtig in voor met name zo veel mogelijk werelds genot.
Maar dat is helemaal niet de muziek die dient te worden gemaakt. Het is alsof er door de meeste mensen vals wordt gespeeld, de verkeerde melodie, in schrille disharmonie. Indien een muzikant een instrument heeft waarop niet is te spelen dan ruilt hij het in voor een beter.
Dat doet de Geest Gods niet want die heeft al lang voorzien dat het ontwikkelen van een leven van liefde, aangezien het noodzakelijkerwijs uit vrije wil geschiedt, wel enige oefening vraagt. De mens leeft in een voortdurende oefening dit leven van liefde in zichzelf op te wekken, en ja, gedurende die oefenperiode ga je als Geest Gods natuurlijk het instrument dat nog niet goed klinkt niet inruilen voor een beter, nee, Hij heeft geduld, eindeloos geduld, zoals een goede docent ook geduld heeft met zijn leerlingen.