De scheppingsdagen
Over de achtereenvolgende staten van wedergeboorte.
Inleiding van de samensteller:
Navigatie - scheppingsverhaal
Om te kunnen navigeren dienen er twee zaken bekend te zijn nl vertrekpunt en bestemming. Wie niet weet waar vandaan hij vertrekt kan niet navigeren. Wie niet weet welke de bestemming is, kan ook niet navigeren.
Het navigatiesysteem is in staat m.b.v. satellieten te bepalen waar we zijn, dus het vertrekpunt is daarmee vastgesteld, daar hoeven we niets voor te doen, dat is waar we op dat moment zijn. We zijn waar we zijn. De bestemming echter dienen we in te voeren. We dienen te weten waarheen we gaan zodat het systeem ons een route kan geven.
Het scheppingsverhaal is een beschrijving van de route tot geestelijke wedergeboorte. De wedergeboorte is de bestemming en de route loopt via de verschillende scheppingsdagen. Het vertrekpunt is de staat waarin we verkeren bij het begin van de eerste dag. We zijn wie we zijn.
De satellieten die een navigatiesysteem gebruikt om de positie te bepalen stemmen in dit beeld overeen met de liefde Gods. God ziet onze geestelijk positie haarscherp en vanuit dat punt wordt er vertrokken. God heeft ook al de bestemming ingevoerd, nl wedergeboorte. Of we die route ook gaan is aan ons, want we hebben een vrije wil.
(Dit navigatiesysteem is een ware GPS - God Positioning System)
Bij het gebruik van een navigatiesysteem zien we op een scherm een plattegrond en horen we een stem die ons vertelt wat we tegemoet gaan en welke richting we daartoe gaan volgen. Ook dat is niet iets wat we zelf hoeven te doen, de route is wat die is.
Zo ook de scheppingsdagen, dat is een al bekende route die gevolgd gaat worden en waarbij in de schriften (De Bijbel, maar ook andere geschriften zoals van Emanuel Swedenborg, en Jacob Lorber) wordt vertelt wat we tegemoet gaan. We hoeven de route niet zelf uit te vinden, we hoeven die alleen maar te gaan.
Ondanks navigatie onderweg kan het toch zo maar gebeuren dat we te vroeg afslaan, of dat we de instructie verkeerd begrijpen, of dat we in een dikke file terecht komen. In het geval dat we van de voorgestelde route zijn afgeweken, zal het systeem de route direct gaan herberekenen. De satellieten zien perfect waar we ons bevinden, de bestemming blijft gelijk, en dus staat de herberekende route al snel klaar. Spoedig staat de goede richting weer in beeld.
Ook geestelijk kunnen we van de route afwijken. Dat is omdat we verkeerde keuzes maken, of omdat we tegenslagen tegenkomen, of omdat we de zin van dit alles gewoon niet goed begrijpen. De liefdevolle hemelse Vader lost dat a.h.w. op hetzelfde moment op. Er wordt een herberekening van de route gemaakt. Er is een weliswaar een omweg, maar onbemerkt zitten we al snel weer op de route naar de bedoelde bestemming.
Er zijn bij een lange rit altijd van die vaste punten die men tegenkomt. Zo zijn er landschapskenmerken bv een rivier of een gebergte. Of er is opvallende bebouwing, een stad, of men passeert een grens, komt een tolpoort tegen, moet bijtanken bij een tankstation etc.
En ook bij de geestelijke ontwikkeling leidend tot wedergeboorte zijn er vaste punten. Zo is er de eerste scheppingsdag, de tweede, de derde etc.
Elke dag is een volgende staat van bewustwording.
Het eerste herkenningspunt, (in feite het vertrekpunt) of de eerste dag, die we dan ook op deze route tegenkomen is: is een staat van onwetenheid t.a.v. ware liefde. Dat wordt wel een leegheid of woestenij genoemd, omdat het bewustzijn nog niet met ware liefde is gevuld.
Het tweede herkenningspunt, de tweede dag, is de eerste kennismaking met het goddelijk Woord van liefde. Dat brengt onderscheid aan, omdat men vanaf dat moment weet wat het verschil is tussen gedachten van ware liefde en de overige gedachten. Dat onderscheid wordt wel scheiding genoemd.
Het derde herkenningspunt, de derde dag, is een staat van bewustzijn waarin de mens het geloof van liefde begint na te volgen. De mens is in dat geval het tweede herkenningspunt goed bevallen, men vindt de liefde mooi en waardevol en besluit op deze derde dag het na te volgen. Men meent echter dat het eigen werk is, vanuit eigen kracht en inzicht.
Het vierde herkenningspunt, de vierde dag (de vierde staat van bewustzijn) gaat de mens een groot licht op nl in het hart. Tot aan deze dag was er de aanname van de waarheid van het opgenomen woord Gods. Nu echter gaat de zon van liefde in het menselijk gemoed zelf schijnen. Het is niet meer alleen invallend licht, er is een heldere vlam van liefde in het eigen hart ontstaan.
Het vijfde herkenningspunt, de vijfde dag, is een staat van bewustzijn waarbij de mens meer en meer vanuit dat licht in het hart begint te denken en spreken. Die gewaarwording wordt ervaren als een krachtige bevestiging van de oorspronkelijke aanname, het geloof.
Het zesde herkenningspunt, de zesde dag, gaat de mens bovendien uitsluitend nog vanuit dat innerlijke liefdelicht handelen. Wel is er nog strijd met de verlangens en prikkelingen die het lichaam en de wereld oproepen.
Het zevende herkenningspunt, de zevende dag, is de aankomst op de bestemming. De mens lijkt innerlijk in wil en denken als twee druppels water op de liefdevolle Geest Gods, Die eeuwig uit liefde handelt en spreekt. Hij is mens geworden naar Gods beeld en gelijkenis..
Navigatie - scheppingsverhaal
Om te kunnen navigeren dienen er twee zaken bekend te zijn nl vertrekpunt en bestemming. Wie niet weet waar vandaan hij vertrekt kan niet navigeren. Wie niet weet welke de bestemming is, kan ook niet navigeren.
Het navigatiesysteem is in staat m.b.v. satellieten te bepalen waar we zijn, dus het vertrekpunt is daarmee vastgesteld, daar hoeven we niets voor te doen, dat is waar we op dat moment zijn. We zijn waar we zijn. De bestemming echter dienen we in te voeren. We dienen te weten waarheen we gaan zodat het systeem ons een route kan geven.
Het scheppingsverhaal is een beschrijving van de route tot geestelijke wedergeboorte. De wedergeboorte is de bestemming en de route loopt via de verschillende scheppingsdagen. Het vertrekpunt is de staat waarin we verkeren bij het begin van de eerste dag. We zijn wie we zijn.
De satellieten die een navigatiesysteem gebruikt om de positie te bepalen stemmen in dit beeld overeen met de liefde Gods. God ziet onze geestelijk positie haarscherp en vanuit dat punt wordt er vertrokken. God heeft ook al de bestemming ingevoerd, nl wedergeboorte. Of we die route ook gaan is aan ons, want we hebben een vrije wil.
(Dit navigatiesysteem is een ware GPS - God Positioning System)
Bij het gebruik van een navigatiesysteem zien we op een scherm een plattegrond en horen we een stem die ons vertelt wat we tegemoet gaan en welke richting we daartoe gaan volgen. Ook dat is niet iets wat we zelf hoeven te doen, de route is wat die is.
Zo ook de scheppingsdagen, dat is een al bekende route die gevolgd gaat worden en waarbij in de schriften (De Bijbel, maar ook andere geschriften zoals van Emanuel Swedenborg, en Jacob Lorber) wordt vertelt wat we tegemoet gaan. We hoeven de route niet zelf uit te vinden, we hoeven die alleen maar te gaan.
Ondanks navigatie onderweg kan het toch zo maar gebeuren dat we te vroeg afslaan, of dat we de instructie verkeerd begrijpen, of dat we in een dikke file terecht komen. In het geval dat we van de voorgestelde route zijn afgeweken, zal het systeem de route direct gaan herberekenen. De satellieten zien perfect waar we ons bevinden, de bestemming blijft gelijk, en dus staat de herberekende route al snel klaar. Spoedig staat de goede richting weer in beeld.
Ook geestelijk kunnen we van de route afwijken. Dat is omdat we verkeerde keuzes maken, of omdat we tegenslagen tegenkomen, of omdat we de zin van dit alles gewoon niet goed begrijpen. De liefdevolle hemelse Vader lost dat a.h.w. op hetzelfde moment op. Er wordt een herberekening van de route gemaakt. Er is een weliswaar een omweg, maar onbemerkt zitten we al snel weer op de route naar de bedoelde bestemming.
Er zijn bij een lange rit altijd van die vaste punten die men tegenkomt. Zo zijn er landschapskenmerken bv een rivier of een gebergte. Of er is opvallende bebouwing, een stad, of men passeert een grens, komt een tolpoort tegen, moet bijtanken bij een tankstation etc.
En ook bij de geestelijke ontwikkeling leidend tot wedergeboorte zijn er vaste punten. Zo is er de eerste scheppingsdag, de tweede, de derde etc.
Elke dag is een volgende staat van bewustwording.
Het eerste herkenningspunt, (in feite het vertrekpunt) of de eerste dag, die we dan ook op deze route tegenkomen is: is een staat van onwetenheid t.a.v. ware liefde. Dat wordt wel een leegheid of woestenij genoemd, omdat het bewustzijn nog niet met ware liefde is gevuld.
Het tweede herkenningspunt, de tweede dag, is de eerste kennismaking met het goddelijk Woord van liefde. Dat brengt onderscheid aan, omdat men vanaf dat moment weet wat het verschil is tussen gedachten van ware liefde en de overige gedachten. Dat onderscheid wordt wel scheiding genoemd.
Het derde herkenningspunt, de derde dag, is een staat van bewustzijn waarin de mens het geloof van liefde begint na te volgen. De mens is in dat geval het tweede herkenningspunt goed bevallen, men vindt de liefde mooi en waardevol en besluit op deze derde dag het na te volgen. Men meent echter dat het eigen werk is, vanuit eigen kracht en inzicht.
Het vierde herkenningspunt, de vierde dag (de vierde staat van bewustzijn) gaat de mens een groot licht op nl in het hart. Tot aan deze dag was er de aanname van de waarheid van het opgenomen woord Gods. Nu echter gaat de zon van liefde in het menselijk gemoed zelf schijnen. Het is niet meer alleen invallend licht, er is een heldere vlam van liefde in het eigen hart ontstaan.
Het vijfde herkenningspunt, de vijfde dag, is een staat van bewustzijn waarbij de mens meer en meer vanuit dat licht in het hart begint te denken en spreken. Die gewaarwording wordt ervaren als een krachtige bevestiging van de oorspronkelijke aanname, het geloof.
Het zesde herkenningspunt, de zesde dag, gaat de mens bovendien uitsluitend nog vanuit dat innerlijke liefdelicht handelen. Wel is er nog strijd met de verlangens en prikkelingen die het lichaam en de wereld oproepen.
Het zevende herkenningspunt, de zevende dag, is de aankomst op de bestemming. De mens lijkt innerlijk in wil en denken als twee druppels water op de liefdevolle Geest Gods, Die eeuwig uit liefde handelt en spreekt. Hij is mens geworden naar Gods beeld en gelijkenis..
Bijbelteksten
‘In den beginne schiep God den hemel en de aarde.
...
En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht.
...
En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren!
...
En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzo.
...
En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo.
...
En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren!
...
En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!
...
En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo.
...
En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.’
Zie: GENESIS 1:1, 3, 6, 9, 11, 14, 20, 24, 26 SV-RJ https://www.bible.com/165/gen.1.1,3,6,9,11,14,20,24,26.sv-rj
...
En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht.
...
En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren!
...
En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzo.
...
En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo.
...
En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren!
...
En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!
...
En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo.
...
En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.’
Zie: GENESIS 1:1, 3, 6, 9, 11, 14, 20, 24, 26 SV-RJ https://www.bible.com/165/gen.1.1,3,6,9,11,14,20,24,26.sv-rj
Teksten Emanuel Swedenborg
Over de scheppingsdagen spreekt Emanuel Swedenborg uitgebreid in zijn werk Hemelse Verborgenheden. In het eerste deel de verzen 1 - 72 staat o.m.: (selectie)
6. De zes dagen of tijden, die evenzoovele opeenvolgende staten zijn van de wedergeboorte van den mensch, verhouden zich in het algemeen aldus:
7. De eerste staat is die welke voorafgaat, zoowel van de vroegste kindsheid af als onmiddellijk vóór de wedergeboorte, en wordt woestheid, ledigheid en duisternis genoemd...
8. De tweede staat: wanneer er onderscheid wordt gemaakt tusschen de dingen, welke des Heeren zijn en die, welke den mensch eigen zijn...
9. De derde staat is die van het berouw, waarin de mensch uit zijn innerlijk vroom en met wijding spreekt en goede werken voortbrengt, als het ware die der naastenliefde, maar nochtans zijn zij onbezield, omdat hij meent ze uit zichzelf te doen; ...
10. De vierde staat: wanneer de mensch door Liefde wordt aangedaan en door Geloof verlicht. ...
11. De vijfde staat: wanneer de mensch uit het geloof spreekt en zich daardoor in het ware en goede bevestigt; wat hij dan voortbrengt zijn bezielde dingen ...
12. De zesde staat: wanneer de mensch uit geloof en daardoor uit liefde het ware spreekt en het goede doet; wat hij dan voortbrengt wordt levende ziel en beest genoemd. En omdat hij dan begint evenals uit het geloof ook uit de liefde te handelen, wordt hij een geestelijk mensch, en beeld genoemd...
13. Niet allen die wedergeboren worden, bereiken dezen staat; maar sommigen, en heden wel het grootste deel, alleen den eersten staat; anderen slechts den tweeden, weer anderen den derden, vierden, vijfden, zelden den zesden staat, en nauwelijks iemand den zevenden staat.
Zie: http://www.swedenborg.nl/hemelseverborgenheden-inhoud.htm
6. De zes dagen of tijden, die evenzoovele opeenvolgende staten zijn van de wedergeboorte van den mensch, verhouden zich in het algemeen aldus:
7. De eerste staat is die welke voorafgaat, zoowel van de vroegste kindsheid af als onmiddellijk vóór de wedergeboorte, en wordt woestheid, ledigheid en duisternis genoemd...
8. De tweede staat: wanneer er onderscheid wordt gemaakt tusschen de dingen, welke des Heeren zijn en die, welke den mensch eigen zijn...
9. De derde staat is die van het berouw, waarin de mensch uit zijn innerlijk vroom en met wijding spreekt en goede werken voortbrengt, als het ware die der naastenliefde, maar nochtans zijn zij onbezield, omdat hij meent ze uit zichzelf te doen; ...
10. De vierde staat: wanneer de mensch door Liefde wordt aangedaan en door Geloof verlicht. ...
11. De vijfde staat: wanneer de mensch uit het geloof spreekt en zich daardoor in het ware en goede bevestigt; wat hij dan voortbrengt zijn bezielde dingen ...
12. De zesde staat: wanneer de mensch uit geloof en daardoor uit liefde het ware spreekt en het goede doet; wat hij dan voortbrengt wordt levende ziel en beest genoemd. En omdat hij dan begint evenals uit het geloof ook uit de liefde te handelen, wordt hij een geestelijk mensch, en beeld genoemd...
13. Niet allen die wedergeboren worden, bereiken dezen staat; maar sommigen, en heden wel het grootste deel, alleen den eersten staat; anderen slechts den tweeden, weer anderen den derden, vierden, vijfden, zelden den zesden staat, en nauwelijks iemand den zevenden staat.
Zie: http://www.swedenborg.nl/hemelseverborgenheden-inhoud.htm
Teksten Jacob Lorber
Ook in de werken van Jacob Lorber vinden we uitleg van de scheppingsdagen.
In het Groot Evangelie van Johannes (GJE) deel 1, in de Hoofdstukken 157 - 163 begint dat met:
[9] Mozes geeft bij zijn uitbeelding van de schepping alleen maar beelden, die betrekking hebben op het ontwaken van het eerste godsbegrip bij de aardse mens, en niet op de stoffelijke schepping van de aarde en alle andere werelden.'
Zie: http://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/1/157/
Ook in de werken van Jacob Lorber vinden we uitleg van de scheppingsdagen.
In het Groot Evangelie van Johannes (GJE) deel 1, in de Hoofdstukken 157 - 163 begint dat met:
[9] Mozes geeft bij zijn uitbeelding van de schepping alleen maar beelden, die betrekking hebben op het ontwaken van het eerste godsbegrip bij de aardse mens, en niet op de stoffelijke schepping van de aarde en alle andere werelden.'
Zie: http://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/1/157/
De eerste dag
De eerste dag (staat van het gemoed) - woestheid, ledigheid, duisternis
(Inleiding op de eerste dag door de samensteller)
Op een lege viool dwz zonder snaren, kan niemand spelen, zelfs nog geen enkele toon, laat staan een melodie. Zet er snaren op en dan kan er een begin worden gemaakt met toonvorming.
Het nog lege onverlichte verstand van een pas geboren baby kun je geen liefde doen beseffen, geen enkel woord wordt begrepen, laat staan een zin. Leer het kind praten, denken en zich bewust worden, pas dan kan er een begin worden gemaakt met het diepere besef dat het Woord Gods liefde is.
Bijbel Genesis 1 Vs 3.
En God zeide: Daar zij licht, en daar werd licht.
Swedenborg - Hem.Verb. 20
Het eerste der wedergeboorte is, dat de mensch begint te weten dat het goede en het ware iets van hooger orde is. De menschen die geheel en al uiterlijk zijn, weten zelfs niet eens wat goed en wat waar is, want al hetgeen tot de eigenliefde en de wereldliefde behoort achten zij goed, en alles wat deze liefden begunstigt achten zij waar, en weten dus niet, dat dat goede boos, en dat ware valsch is. maar wanneer nu de mensch opnieuw ontvangen wordt, begint hij allereerst met te weten, dat het goede van hem niet goed is (eerste dag, of eerste staat - uitg.), en wanneer hij nader tot het licht komt, dat de Heer Is, en dat de Heer het goede en het ware zelf is.
Bijbel Genesis 1 Vers 4, 5.
En God zag het licht, dat het goed was, en God maakte scheiding tusschen het licht en tusschen de duisternis, en God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht.
Swedenborg - Hem.Verb. Vs 21
Het licht wordt goed genoemd, omdat het uit den Heer is, die het goede zelf is; duisternis is, wat den mensch — voor hij opnieuw ontvangen en geboren wordt — als licht toeschijnt, omdat het booze voor hem het goede, en het valsche voor hem het ware is, maar het is duisternis, zijnde het eigene des menschen dat hem bijblijft.
Alle dingen die des Heeren zijn, worden met den dag vergeleken, want zij zijn des lichts; en alle dingen die het eigene des menschen zijn, worden met den nacht vergeleken, want zij zijn der duisternis; aldus vaak in het Woord.
Jacob Lorber - GJE1 158 (eerste scheppingsdag)
[4] Wat bedoelt Mozes dan met de 'hemel' en de 'aarde', waar hij over zegt, dat deze in het begin geschapen zijn? De 'hemel' is het geestelijke, en de 'aarde' is het natuurlijke in de mens; deze was en is nog steeds woest en ledig -net als bij u. De 'wateren' zijn uw slechte inzicht in alle dingen, de geest van God zweeft er wel boven, maar bevindt zich er nog niet in.
[5] Maar omdat Gods geest steeds ziet dat het in uw materialistische werelddiepte heel donker is, zegt Hij als het ware tegen u: 'Laat het licht worden!'
[6] Dan begint het in uw wezen wat schemerig te worden, en God ziet hoe goed het licht is voor uw duisternis; maar u kunt en wilt dat zelf maar niet inzien. Daarom vindt er dan ook een deling in u plaats, dag en nacht worden namelijk gescheiden, en door de dag herkent u dan in uzelf de vroegere nacht van uw hart.
[7] De eerste natuurlijke staat van de mens is die van 's avonds Iaat, dus duisternis. Maar omdat God hem een licht geeft, daarom is dat licht voor de mens een waar morgenrood, en zo ontstaat uit de avond en het morgenrood van de mens werkelijk zijn eerste levensdag.
(Inleiding op de eerste dag door de samensteller)
Op een lege viool dwz zonder snaren, kan niemand spelen, zelfs nog geen enkele toon, laat staan een melodie. Zet er snaren op en dan kan er een begin worden gemaakt met toonvorming.
Het nog lege onverlichte verstand van een pas geboren baby kun je geen liefde doen beseffen, geen enkel woord wordt begrepen, laat staan een zin. Leer het kind praten, denken en zich bewust worden, pas dan kan er een begin worden gemaakt met het diepere besef dat het Woord Gods liefde is.
Bijbel Genesis 1 Vs 3.
En God zeide: Daar zij licht, en daar werd licht.
Swedenborg - Hem.Verb. 20
Het eerste der wedergeboorte is, dat de mensch begint te weten dat het goede en het ware iets van hooger orde is. De menschen die geheel en al uiterlijk zijn, weten zelfs niet eens wat goed en wat waar is, want al hetgeen tot de eigenliefde en de wereldliefde behoort achten zij goed, en alles wat deze liefden begunstigt achten zij waar, en weten dus niet, dat dat goede boos, en dat ware valsch is. maar wanneer nu de mensch opnieuw ontvangen wordt, begint hij allereerst met te weten, dat het goede van hem niet goed is (eerste dag, of eerste staat - uitg.), en wanneer hij nader tot het licht komt, dat de Heer Is, en dat de Heer het goede en het ware zelf is.
Bijbel Genesis 1 Vers 4, 5.
En God zag het licht, dat het goed was, en God maakte scheiding tusschen het licht en tusschen de duisternis, en God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht.
Swedenborg - Hem.Verb. Vs 21
Het licht wordt goed genoemd, omdat het uit den Heer is, die het goede zelf is; duisternis is, wat den mensch — voor hij opnieuw ontvangen en geboren wordt — als licht toeschijnt, omdat het booze voor hem het goede, en het valsche voor hem het ware is, maar het is duisternis, zijnde het eigene des menschen dat hem bijblijft.
Alle dingen die des Heeren zijn, worden met den dag vergeleken, want zij zijn des lichts; en alle dingen die het eigene des menschen zijn, worden met den nacht vergeleken, want zij zijn der duisternis; aldus vaak in het Woord.
Jacob Lorber - GJE1 158 (eerste scheppingsdag)
[4] Wat bedoelt Mozes dan met de 'hemel' en de 'aarde', waar hij over zegt, dat deze in het begin geschapen zijn? De 'hemel' is het geestelijke, en de 'aarde' is het natuurlijke in de mens; deze was en is nog steeds woest en ledig -net als bij u. De 'wateren' zijn uw slechte inzicht in alle dingen, de geest van God zweeft er wel boven, maar bevindt zich er nog niet in.
[5] Maar omdat Gods geest steeds ziet dat het in uw materialistische werelddiepte heel donker is, zegt Hij als het ware tegen u: 'Laat het licht worden!'
[6] Dan begint het in uw wezen wat schemerig te worden, en God ziet hoe goed het licht is voor uw duisternis; maar u kunt en wilt dat zelf maar niet inzien. Daarom vindt er dan ook een deling in u plaats, dag en nacht worden namelijk gescheiden, en door de dag herkent u dan in uzelf de vroegere nacht van uw hart.
[7] De eerste natuurlijke staat van de mens is die van 's avonds Iaat, dus duisternis. Maar omdat God hem een licht geeft, daarom is dat licht voor de mens een waar morgenrood, en zo ontstaat uit de avond en het morgenrood van de mens werkelijk zijn eerste levensdag.
Wordt vervolgd