2007
Ingeving 1 - Onzekerheid van de schrijver
Je snapt het nog niet? Toch heb je het altijd al zo gevoeld en geweten. Dit is wat je moet schrijven. Mij! Dit is wat Ik wil zeggen door jou. Je aarzelt zoals je altijd aarzelt. Je denkt: nu wordt ik er ook weer zo eentje die zo nodig schrijft op ingeving. Weer zo’n verzameling liefdesbriefjes van een innerlijke levend principe wat je dan toevallig God noemt. Ja, je houdt wel veel van Mij, maar je bent er absoluut niet van overtuigd dat dit is wat je moet schrijven.
Toch ben je al vele malen begonnen.
Je bent al drie of vier verschillende boeken gestart die je wilde vol schrijven met ingevingen van Mij. Je laatste poging, voor deze, betrof een Science Fantasy die je wilde enten op Mijn woord van liefde. Dat is nl wat je werkelijk wilt nl de mensen bereiken met Mijn liefde, Mijn woord. Je weet zelf niet waarom. Nou Ik weet het wel. Dat is het trekken van mijn geest. Valt het je niet op dat je nu niet kunt stoppen met schrijven. Merk je niet hoe de zinnen, de gedachten als een ontembare stroom in je opborrelen? Herken je niet de inspiratie die zich nu voor doet? Dit ìs het. Ik ben het!
O je twijfelt. Ja, dat is inherent aan je bestaan. Ik zal nooit aan je eigen keuze komen. Als Ik me openbaar zodat je wel móet geloven, dan is het geen geloof meer. Elke ouder wil dat zijn kinderen zelfstandig worden. Er mag geen dwang zitten in hun volwassen genomen zelfstandige beslissingen. Dan pas zijn ze volwassen.
Zo wil Ik dat ook. Ik schrijf je niet voor te moeten schrijven. Jouw keus. Ik schrijf je niet voor wat te schrijven. Jouw keus. Als je dan kiest, zoals nu, om te schrijven wat Ik je ingeef, dan zal het ook zo zijn. Dus op jouw openstellen voor Mij, volgt een vervuld raken door Mij. Naarmate jij je vrijwillig meer openstelt kom Ik meer naar voren. Ik.
Allereerst ben Ik wie ik door jou heen kan zijn. Zo ontmoet je Mij. Ik kan vooralsnog niet anders als tot je komen zoals jij bent. Vergelijk het met een taal. Je kunt in een taal van alles uitdrukken. Maar waar geen woorden voor zijn, dat kun je ook niet zeggen. Ik kan Mezelf dus ook niet anders openbaren dan door de taal die jij beheerst. Door de wijze waarop jij denkt kan ik Me met gebruikmaking van de beelden die jij begrijpt openbaren. Zie daar de reden waarom Ik me openbaar op een wijze die zeer aan jou verwant is.
Vervolgens openbaar Ik me in àlles. Maar of dat wordt herkent hangt in dit geval niet alleen van jouw af, maar ook van de mensen om je heen. In je voorlaatste poging een boek te schrijven heb je je suf gezocht naar woorden om Mij te omschrijven. Mij en mijn werken. Woorden die niet besmet waren door 2000 jaar omgang van mensen met de verschillende uitingen van godsbesef en geloof. Woorden die nieuw waren maar met de zelfde inhoud van liefde die jij hebt herkent. Je wilde een spannend verhaal schrijven en zo jongeren, kinderen zelfs, boeien om ze een ondergrond te geven waarop ze Mij zouden kunnen leren kennen.
Nu, dat doe Ik ook. Alles om je heen is een getuigenis. De natuur, de gebeurtenissen, de gevoelens, de ervaringen, de gesprekken, àlles getuigd van Mij. Maar dat wil nog niet zeggen dat het ook wordt herkent. En dat is jouw taak. Je vertaalt voor de mensen om je heen opdat ze van jou, tolk van Mijn Woord, zullen horen en begrijpen wie Ik ben en wat Ik doe en wil. Ze zullen de Liefde leren kennen.
Je denkt nu dat je dat nooit zult kunnen. Tegelijkertijd voel je dat Ik het je wel zal ingeven en dat het dan wel zal lukken.
En zo is het – Amen.
Ingeving 2 - Herkenbaar.
Liefde, dat is Mijn wezen. Oh verstonden de mensen dat toch maar. Ze kennen wel liefde, maar ze verwarren het met wat geen liefde is. Liefde is pas reine liefde als ze deemoedig is en niet zichzelf zoekt te behagen. Stel je voor, werkelijk oprechte wil om de ander te behagen, te dienen en gericht op het welzijn van de ander. Stel je voor. Dat ben Ik. Maar begrijp goed dat Ik zeer wel doorzie wat werkelijk dienstbaar is aan het welzijn van de mens. Niet een luxueus bestaan, niet een Luilekkerland van vroeg tot laat, niet grote rijkdom, maar wel het welzijn van de innerlijke geest. Wat goed is voor de geest kunnen velen niet doorzien. Het is ook moeilijk aan hen uit te leggen. Maar wil je het enigszins begrijpen ga dan daadwerkelijk liefhebben. Wordt en wees als Ik. Handel altijd in het belang van anderen en durf jezelf daarvoor te verloochenen. Zie dan wordt Mijn aanwezigheid in jou ook herkenbaar en heb je het niet meer nodig om via anderen van Mij te horen.
Ingeving 3 - Vrije wil
Het beeld lijkt me duidelijk, maar er aan toe zou ik willen voegen dat hoewel onze wil dus vrij is, het daadwerkelijk in effect brengen van die wil toch weer afhankelijk van God is. Hij verleent ons de kracht en de mogelijkheden. Als voorbeeld diene: wie iets wil zien, maar blind is, die ziet niets. De wil is vrij, de werking er van is aan God. Anders gezegd: de wil is vrij, de daad is Gods.
Dat wij mensen denken dat we zelf dingen doen is omdat Hij in zijn liefde ons zo ontzettend veel geeft. Ons gebrek aan godsbesef echter doet ons denken dat we het zelf doen en zelf kunnen.
Ingeving 4 - walkietalkie
Kort geleden zag ik een jongetje met een walkietalkie spelen en ik kreeg ingegeven:
Zo gaan de mensen ook om met hun leven. Een walkietalkie, tegenwoordig een portofoon is b.v. bedoeld om bij brand contact te kunnen houden met de brandweerlieden in een gebouw. De communicatie is van groot belang om goed in staat te zijn op een veilige manier de brand te blussen en wellicht levens te redden. Het is een middel bij de hulpverlening, geen doel.
Maar als een kind een walkietalkie krijgt dan is dat middel ineens het doel geworden. Het kind wil er mee spelen, er door spreken. En ook al is er niets te zeggen wat van enig belang is dan nog wil het kind praten want dat kan zo leuk met een walkietalkie.
En ja zo gaan de mensen ook met hun leven om. Ik geef hen het leven in deze wereld. Dat geef Ik niet als doel, maar als middel. Maar de mensen beseffen het doel niet en gaan het leven als doel zien, want het is zo leuk om er mee bezig te zijn. En dus worden de functies die Ik in het leven heb gelegd gebruikt voor heel andere zaken dan waarvoor ze bedoeld zijn. Ik heb de mens een behoefte naar verinnerlijking ingeblazen, een behoefte naar innerlijk leven, naar Mij. maar ook een behoefte aan voedsel, voortplanting, veiligheid, alles wat noodzakelijk is om het vegetatieve leven van de mens mogelijk te maken. Een prachtige "levensportafoon” is het lichaam met al zijn functies en mogelijkheden. Maar wat wordt er mee gedaan? Kijk op het internet en zie wat er aan “genot” wordt aangeboden en aangeprezen. Daar is het leven en het lichaam geen middel meer maar een doel. Hooguit zien mensen die er geld aan willen verdienen het leven nog als middel, nl om er beter van te worden.
En zo “verspeelt” menigeen zijn bestaan en herkent het doel van zijn leven niet. Dat ze vervolgens het risico lopen om in deze “brand van hun hartstocht” om te komen, geestelijk gezien, dat wordt nauwelijks beseft. En meer doen dan ze waarschuwen, iets waar de meeste mensen een gruwelijke hekel aan hebben, kan Ik niet doen. Ik kondig geen eindtijd aan zoals in de geschiedenis al zo vaak is gebeurt, maar Ik kondig hùn eindtijd aan. En dat is dan geen “profetie” maar een logisch te verwachten uitkomst. Als de benedenverdieping in brand staat is het geen profetie als je aankondigt dat de bovenverdieping spoedig ook in brand zal staan.
Wees niet eigenwijs en gebruik Mijn “levenswater” om te blussen. Hoor naar Mij, Ik heb je lief. Welke reden zou Ik hebben om je aan te spreken anders dan dat Ik om je geef. Ik wordt er Zelf echt niet beter van. Maar Mijn hart verlangt naar je.
Ingeving 5 - zich laten zien...
Op de vraag: “God, waarom laat je je niet gewoon aan iedereen zien? Waarom openbaar je je zo langzaam en geleidelijk dat iedereen die jou niet zoekt je ook niet vindt?”
En als antwoord gaf Hij in: “dat is de zelfde vraag als waarom het water dat alle planten nodig hebben om te leven telkens druppeltje bij druppeltje valt en niet in één keer als een dikke plons tegelijk op de aarde neerkwakt. En ook het zonlicht is nodig, waarom krijgen we dat licht niet in één keer tegelijk tot onze beschikking. En dan dat voedsel dat we eten, hap voor hap en dat gaat dan via zo’n lange verteringsweg naar onze darmen en wordt uren later pas weer uitgescheiden. Waarom krijgen we ons voedsel niet in één keer naar binnen en waarom is het niet direct in onze mond al tot poep verteerd?
Of muziek, noot voor noot, klank voor klank ontrolt zich dat voor onze oren. Waarom krijgen we alle noten niet tegelijk? Waarom moeten we zo lang op dat slotakkoord wachten? Waarom zit het plot van een verhaal aan het eind en niet aan het begin zodat we het verhaal kunnen weglaten? Waarom krijgen we alle lucht die we ademhalen in ons leven niet direct bij onze geboorte al in onze longen? Waarom zijn we überhaupt zo klein en hulpeloos als we worden geboren en komen we niet als volwassenen ter wereld? Ach dan maken we het geboortekanaal toch wat groter …
Een goed verstaander heeft het nu al door. Juist omdat Ik de mens wil leren zelfstandig keuzes te gaan maken, juist omdat Ik wil dat de mens dan zelf voor Mij kiest, omdat dat proces zich niet in een flits kan afwikkelen, daarom toon Ik mezelf niet. En geloof Me, het valt Me zwaar. Stel je voor dat je zo veel van iemand houdt dat je graag je leven voor hem zou geven. maar je kunt dat alleen doen als die mens daar zelf om vraagt. Dat lijkt op een pasgeboren baby die je alleen melk mag geven als het onmondige kind er zelf om vraagt. Dat kan niet, want het kind kan niet spreken, maar huilt wel. Natuurlijk geef Ik de mens ook wat hij nodig heeft zelfs als hij het niet uitspreekt omdat hij geestelijk nog onmondig is. Ik hoor het “huilen”echt wel. Maar als hij op het punt van groei naar mondigheid is aangekomen, dan wacht Ik op de vraag om hulp.
En jullie mensen zijn op dat punt aangekomen. Om te beginnen kan Ik mezelf dus niet laten zien. Maar Ik kan wel bericht achter laten en sporen van Mijn liefde leggen. Wie ernstig zoekt kan ze niet missen, zoals jij Jan ze ook niet gemist hebt. Maar of anderen net zo gedreven zoeken… dat is Mìjn vraag.
Waarom laten jullie je niet zien? Waarom zijn jullie zo eigenwijs dat wie niet zoekt Mij ook niet vindt?”
Ingeving 6
“Waarom heeft het gebed Mv X nog niet van haar hoofdpijnen genezen?”
“Dat antwoord krijg je nu nog niet.”
“Waarom niet?””
“Omdat er voor alles een tijd is, en hiervoor is het de tijd nog niet. Lees de ingeving van gisteren.”(ingeving 5)
Ingeving 7
Je vraagt je af hoe Jezus, Gods Zoon, ook God zelf kan zijn. Je kunt dat maar moeilijk begrijpen. Bij jou inzicht is Jezus vooral een mens, misschien wel vervult van Mijn Geest, maar toch mens. Je kunt het moeilijk anders zien als je zoals jij een tikje dualistisch bent ingesteld.
Begrijp dat de inhoud en het innerlijk niet van elke gelijksoortige vorm hetzelfde is. Ik bedoel dit:
Een ballon kan gevuld zijn met lucht, maar ook met helium. Ze zien er uiterlijk hetzelfde uit, maar laat ze los en je ziet dat de inhoud het gedrag van de ballon beïnvloed. De ene ballon stijgt op, de ander niet. Of een rekening bij de bank kan dezelfde soort rekening zijn als de rekening van een ander bij de zelfde bank. Dezelfde rekening maar met een totaal verschillend saldo. Ook hier is de inhoud het onderscheid. En bij mensen is het al niet anders. Ze hebben afgezien van misvormingen allemaal ogen, oren neus en mond. Maar innerlijk zijn ze allemaal anders.
Ook is het van belang te weten dat de ideeën van God zich ontwikkelen. Ze zijn niet star en statisch maar groeien door naar een volgende fase. Waarom dat zo is, wel dat was ook een idee van Mij. Zoals het fruit langzaam aan de boom rijpt en niet in een flits eetbaar wordt, zo heeft elk onderdeel van de schepping een groei en ontwikkeling voor de boeg. Die ontwikkeling gaat als volgt: de eerste ideeën van God, zijn nog niet zichtbaar en dus ook nog niet herkenbaar naar vorm en inhoud. Noem het mini of micro ideeën. Ze bestaan zeer kort, maar in dat korte bestaan is er toch al een rijping. Daarna verenigen ze zich tot een iets groter geheel dat ook iets langer bestaat en rijpt, waarna die ideeën ook weer tot een groter geheel worden verenigd.
Elk idee heeft een passende intelligentie om het op haar niveau van bestaan te laten functioneren. De kwantum mechanica heeft die zeer kleine niet waarneembare deeltjes al aangetoond. Ze hebben er sporen van gevonden. Ze noemen ze bv quarks en neutrino’s. Dat zijn weliswaar niet mijn kleinste ideeën, maar er wordt al wel beseft dat die deeltjes op verschillende manieren samengevoegd tot een enorme variëteit van stoffen kan leiden. De kracht die de deeltjes samenvoegt en ook samen houdt is nog niet ontdekt. Die kracht kun je geestkracht of zoals hierboven “intelligentie”noemen. Die kracht zal zolang men Mij verwerpt ook niet worden herkent, want ik ben de basis van elk idee (deeltje) en elke kracht (geest en intelligentie).
Zo ontwikkelen de ideeën zich tot steeds grotere gehelen met een steeds grotere gezamenlijke intelligentie. Zo rijpt en groeit en verenigt zich alles in een oneindige reeks en in een oneindig grote hoeveelheid. En ergens in dat proces worden de deeltjes zichtbaar, ze krijgen hulzen, een zichtbare omkleding van materie. Ze leven, hoewel de wetenschap alleen maar zegt: ze bestaan. En na een poosje verliezen ze de huls om zich weer te verenigen tot een groter geheel en weer een vorm, huls te krijgen. Weer rijpen en zo verder waarbij de vorm en de bijbehorende intelligentie steeds gecompliceerder wordt en ook langer bestaat en rijpt. Je ziet dat er een soort evolutie is, maar dan net even anders dan gedacht. Ook herken je wellicht de Indische gedachte van de zielsverhuizing die ook net even anders is want een teruggang is niet mogelijk.
De ontwikkeling gaat door, via het rijk van mineralen, planten en dieren uiteindelijk na een oneindig lange reeks: de mens. De mens is het resultaat van een uiterst lange reeks van ontwikkeling van ideeën waarbij ontelbare malen na rijping de oude huls of vorm of belichaming is afgelegd om na vereniging met ideeën op gelijke trap van ontwikkeling opnieuw een belichaming te krijgen maar in een iets hogere vorm van bestaan. Je kunt je voorstellen dat naarmate deze lijn zich ontvouwt er ook allerlei verschillen tussen de verschillende lijnen ontstaan en daarom is hebben mensen verschillende karakters en zijn ze allemaal een ander “type”. Soms kun je de voorlaatste vormen die zich verenigd hebben in de mensenziel nog herkennen.
Als er nu niet iets extra’s aan zou worden toegevoegd, dan zou de mens niet meer dan een slimme aap zijn. Een hoger bewustzijn zou hem ontbreken. Dus gaf ik hem een vonk van Mezelf. Het idee mens wordt aldus Goddelijk. We herkennen dat veelal niet. De mens heeft een duidelijk hoger bewustzijn dan het dier en ja, dat zien we wel. Er is een grote onoverbrugbare kloof tussen de dieren en de mensen op dat vlak. Maar Goddelijk, nee, dat zien we niet.
En dat komt omdat opnieuw de mens zich moet onderwerpen aan rijping en ontwikkeling. Niemand is in een flits rijp. Het kost tijd en ja, het kost moeite. Die geestvonk van God maakt ons goddelijk mits we zelf besluiten als zodanig te willen bestaan. Een groot deel van die rijping tot een goddelijke bestaan bestaat uit de wil er voor te kiezen. Dàt bepaalt het karakter van het menselijk bestaan. Mens zijn is willen kiezen voor groei tot een goddelijk bestaan.
En nu zijn we bij de beantwoording van de vraag over Jezus/God. In elk mens is dus een vonk van God gelegd. In Jezus nam de volheid van God zelf zijn intrek. Ik ben volledig in Jezus, en dus niet slechts een vonkje van Mij. Mijn “Jezus-ziel” heeft zich net als die van elk mens moeten ontwikkelen en dus onderwerpen aan de rijping tot goddelijk bestaan. Daarin is Jezus, Ik dus, mens net als jullie. Daarom noem Ik, Jezus, Me ook jullie broer. Ik, Jezus ben in Mijn innerlijk vervuld van de volheid van de Geest Gods. Ik, God ben nu zichtbaar in de vorm Jezus. Wij zijn niet wij maar Ik, één dus. Want jouw innerlijk en jij zijn toch ook één en de zelfde. Wie jou ziet en spreekt die ziet je vel en hoort je stembanden, maar je zult toch niet willen beweren dat jij dat niet bent. Je hoger bewustzijn maakt je meer dan aap. De aap heeft ook vel en stembanden, maar zijn bewustzijn is te gering om een verhaal te houden. Jij bent door je innerlijk meer dan een velletje en een zak botten. Jouw “ik”, jouw persoonlijkheid, jij dus, zit in die vorm. Zo zit Ik, God, in de vorm Jezus. Ik ben Jezus, je broer, je vader, je God.
Ingeving 8 ziel en geest
Vanmorgen kreeg ik ingegeven hoe de ziel en de innerlijke geest van de mens zich tot elkaar verhouden. En het was goed om dit op de site te zetten.
In elk mens is het denken, kiezen, beslissen en redeneren een zaak van de ziel. De ziel slaapt nooit en kan niet sterven. Als we slapen blijft de ziel actief en beschouwt beelden die in haar zijn opgeslagen. We noemen dat dromen. Als we sterven maakt de ziel zich los van haar band met het lichaam en leeft voort. Voor de mens die overlijdt is er geen verschil merkbaar met het bestaan van voor de dood, behalve dan dat geleidelijk duidelijk wordt dat de voorwaarden die bestaan voor lijfelijk leven nu een tikje anders zijn dan voorheen. Maar er is nog steeds een lichaam hoewel dat nu het zielelichaam is, met handen, voeten, lijf en hoofd en dus denken. De omstandigheden waar de ziel zich in bevindt zijn afhankelijk van haar geestelijke ontwikkeling. Misschien daarover een andere keer wat meer.
In de ziel bevindt zich de geest. Zij is liefde. Ze is in eerste instantie merkbaar middels het gevoel van de ziel. Ze bevind zich in een toestand van onbewust bestaan. Ze wordt pas actief als de ziel haar van “voedsel” voorziet. Tot die tijd sluimert ze. En welk “voedsel” heeft ze dan nodig? Laat ik eerst nog een voorbeeld geven van innerlijk maar nog niet actief.
Als de ziel een boek is, dan is de geest de tekst in het boek. Een boek is een kaft, en een flink aantal blaadjes papier van gelijke dikte en grootte die keurig naast elkaar zijn ingebonden. Op elk blaadje staan allemaal symbooltjes in inkt. Met een boek kun je van alles doen. Je kunt het boek in heel veel kleine stukjes scheuren, dat klinkt zo lekker raspend en er dan hele handen vol van omhoog gooien en er onder gaan staan alsof het sneeuwt. Je kunt het boek gebruiken als brandstof voor de open haard. Je kunt het boek gebruiken als opstapje, als waaier, als isolatie, als kussen, maar in al die gevallen gebruik je niet het in het boek verscholen meest waardevolle van het boek nl de betekenis en inhoud van de tekst. Je leest nl niet. Als het boek de ziel is, dan is de inhoud van de tekst de geest.
Ik zei dat de geest gevoed moet worden. Dat doe je door er aandacht aan te besteden. Door liefde dus. De tekst van een boek komt tot leven als je gaat lezen. De geest in de mens komt tot leven als je gaat lief hebben. Wie niet echt lief heeft maar altijd zich zelf probeert goed te doen KENT die innerlijke geest niet. (ik heb een hekel aan grote dikgedrukte woorden, maar in dit geval moet het een keer). En als je dus mensen die zo zijn vertelt van een innerlijk principe of geest houden ze je voor iemand die gek is. En geef ze eens ongelijk, ze kennen de geest toch niet. Alles wat ze weten is het functioneren van de ziel. Ze zien het boek wel, maar lezen er niet in. En soms misbruiken ze het boek zo zeer dat er ook nauwelijks nog in gelezen kan worden. Ze willen geen aandacht, de eerste stap tot liefde, geven aan iets wat ze niet kennen. Geen voedsel dus.
Maar als er in het leven iets schokkends gebeurt zoals ziekte, dood in de naaste omgeving of grote nood, dan gaan er sommigen nog wel nadenken. Laat, maar misschien toch nog op tijd. Er wordt dan plotseling gevraagd naar de zin van het leven. Natuurlijk bestaat de kans dat mensen dan ten prooi vallen aan figuren die misbruik maken van de zwakke geest, die nog maar net ontwaakt. Misbruik door allerlei spiritualiteit voor te spiegelen maar in wezen alleen het eigen belang te dienen. Hoeveel heeft de kerk in de afgelopen eeuwen al niet kapot gemaakt. En nog steeds zijn er religieuze bewegingen die de mensen misbruiken. Maar de oplossing is duidelijk. De geest is liefde. Waar de liefde is, is de geest. Zo zijn alle vogels aan hun veren kenbaar.
Geef aandacht aan de geest in je hart. Ga lief hebben en ontdek de wonderen als die geest geleidelijk in je ontwaakt. De meeste voldoening heb je van een boek als je er in leest. De meest gelukkige levensvervulling heb je als je gaat liefhebben. En als je niet weet hoe dat te doen, als je niet kunt lezen, let dan op degene die jaar daar in adviseert. Is er oprechte, welgemeende liefde, dan kun je de adviezen rustig opvolgen. Maar bij twijfel kun je beter een andere adviseur zoeken. Totdat de geest in je hart sterker is geworden en je daar je raad kunt halen. Maar daar is groei en ontwikkeling voor nodig zoals dat steeds het geval is in de schepping. Heb dus lief.
Ingeving 9 - Toepassen
Er wordt over God veel gesproken. Dat is toch wel prettig. Er over spreken is het begin. Maar God zelf kun je daardoor niet dichterbij brengen. Je kunt over appels en peren spreken, maar zijn pas voedzaam en lekker als je ze eet. Woorden over God zijn prima om je er toe te brengen ze in praktijk te brengen. Maar woorden zonder het toepassen ervan zal je echt niet in staat stellen God te leren kennen.
Wie God wil leren kennen en ontmoeten die moet gaan toepassen. God is liefde, dus liefde toepassen. Wie lief heeft, voelt dat innerlijk. Het is geen aangeleerd gedrag, je voelt werkelijk voor een ander. Je hart gaat uit naar het welzijn van die ander.
Het is net als met warmte. Als je het koud hebt trek je een jas aan. Die jas is alleen maar warm als je zelf warmte afgeeft. Als je eigen warmte in die jas wordt vast gehouden. De warmte komt van binnen uit. Zo ook liefde, die komt van binnen uit. En je kunt dus horen en aanvaarden dat God liefde is, maar als je het niet voelt zal het ook weinig bijdragen om God te ontmoeten en te ervaren dat Hij liefde is.
Dus: zoek er naar liefde te voelen, dat is God. En je zult vervolgens alles ontdekken wat je nog niet begrijpt. Maar er uren over praten levert weinig op. En het lezen van wat ik hier schrijf op Zijn ingeving heeft dus alleen maar zin als je gaat liefhebben. Begin maar met degene die je vandaag ontmoet. Probeer lief te hebben en hem of haar goed te doen.
Ingeving 10 - schatten
Een schat is iets wat waarde heeft. Waarde geeft een mens aan iets en dan heeft het voor hem waarde. Anderen geven er wellicht helemaal geen waarde aan en zullen het dan ook geen schat noemen.
Er zijn vele soorten schatten. Emotionele schatten, financiële schatten, en ook geestelijke schatten. Het is altijd erg persoonlijk of iets waardevol is of niet. Soms moet de waarde er van worden ontdekt. Er zijn dingen die we ons hele leven al om ons heen hebben en waarvan we de waarde niet of nauwelijks kennen. die waarde wordt soms pas duidelijk als we het gaan missen.
Er zijn mensen die perfect in staat zijn de werkelijk waardevolle dingen in het leven te zien. Er zijn er ook die daar totaal geen oog voor hebben. Dat was altijd al zo en zal ook lang nog zo blijven. Stel nu dat iemand de waarde van iets inziet en anderen ook van wil laten genieten. Dan kan dat alleen als het hem lukt anderen de waarde er van te laten inzien.
Natuurlijk gaat het hier over geestelijke schatten. De liefdevolle Vader, de Geest die ik God noem is er alles aan gelegen de waarde van geestelijke schatten over te brengen. Uit liefde, en uit geen enkele andere motivatie. Als ik van mijn kinderen houd, dan wil ik ook het beste voor ze. Dat betekent ook dat ik probeer ze in hun groeiende vrijheid naar volwassenheid toe mee te geven wat waardevol is en wat niet. Zo ook God.
Maar zien wij dat? Vraag jezelf eens af: hoe ziet een geestelijke schat er uit. Als je dat weet heb je er een of wellicht al meer. Als je dat niet weet ben je er ook van verstoken. De waarde herkennen en het bezitten is in dit geval gelijk. Wie b.v. de waarde van het hebben van geduld inziet heeft absoluut meer geduld dan wanneer hij die waarde niet inziet. En wie begrijpt dat met het leven niet lichtvaardig moet worden omgesprongen heeft de schat van de ernst al in zich.
Moet ik nu een geestelijke schat noemen? Als je de ingevingen tot hier gelezen hebt dan ken je dieal en zul je die ook al in je leven invoegen.
Nee, ik zeg het maar eens niet.
Maar doe er wel wat mee, met die schat. Elke schat die blijft liggen is waardeloos. Als je geld hebt en je doet er niets mee, waardeloos. Als je kunst hebt en je doet er niets mee, waardeloos. Als je relaties hebt, maar je doet er niets mee, waardeloos. En als je liefde hebt, en je doet er niets mee, waardeloos. Geld moet worden gebruikt, kunst getoond, relaties onderhouden en liefde moet je delen. Dan pas heeft het waarde.