Het hiernamaals
Het hiernamaals is een geestelijke wereld.
De verschil tussen de natuurlijke wereld en de geestelijke wereld is in het kort:
Natuurlijke wereld: Aanwezige vormen roepen bij de mens een soort liefde op,
Geestelijke wereld: Door aanwezige liefde worden vormen opgeroepen die met die liefde overeenstemmen.
Dat betekent dat wat zich in de natuurlijke wereld voordoet, dat bestaat en het heeft een vaste vorm waaraan het herkenbaar is. Het enige wat wij nog kunnen doen is er al of niet enige liefde voor voelen. Als de vorm verandert, verandert de liefde ervoor, zoals bv liefde voor bloemen, als ze verdorren vinden we ze minder mooi, de liefde ervoor is veranderd.
De geestelijke wereld heeft geen vaste vormen, want daar is het net andersom en is het de aanwezige liefde die overeenstemmende vormen in het bestaan roept, bv de vorm waarin de omgeving zich voordoet. Als de liefde verandert, verandert de vorm. Bv, de liefde voor de naaste kan een omgeving voortbrengen die rijk is aan allerlei prachtige bloemen. Indien de liefde sterker wordt, kunnen de bloemen worden alsof er van binnen uit licht doorheen straalt.
De verschil tussen de natuurlijke wereld en de geestelijke wereld is in het kort:
Natuurlijke wereld: Aanwezige vormen roepen bij de mens een soort liefde op,
Geestelijke wereld: Door aanwezige liefde worden vormen opgeroepen die met die liefde overeenstemmen.
Dat betekent dat wat zich in de natuurlijke wereld voordoet, dat bestaat en het heeft een vaste vorm waaraan het herkenbaar is. Het enige wat wij nog kunnen doen is er al of niet enige liefde voor voelen. Als de vorm verandert, verandert de liefde ervoor, zoals bv liefde voor bloemen, als ze verdorren vinden we ze minder mooi, de liefde ervoor is veranderd.
De geestelijke wereld heeft geen vaste vormen, want daar is het net andersom en is het de aanwezige liefde die overeenstemmende vormen in het bestaan roept, bv de vorm waarin de omgeving zich voordoet. Als de liefde verandert, verandert de vorm. Bv, de liefde voor de naaste kan een omgeving voortbrengen die rijk is aan allerlei prachtige bloemen. Indien de liefde sterker wordt, kunnen de bloemen worden alsof er van binnen uit licht doorheen straalt.
In het aardse bestaan zijn beide aanwezig, zowel de natuurlijke als de geestelijke wereld.
Als voorbeeld een schilder en zijn schilderij.
De schilder kiest een bepaald onderwerp, zeg Parijs, en schildert dat. Het resultaat is een schilderij waaraan de kijker direct kan herkennen dat het Parijs voorstelt. Indien nu een tweede schilder hetzelfde onderwerp schildert is ook dat herkenbaar als Parijs, en toch is het absoluut niet hetzelfde als het eerste schilderij. Hoe kan dat, want Parijs is niet veranderd?
Zie, de bestaande vorm is de stad Parijs, een vaste vorm in de natuurlijke wereld. En de schilder ontwikkelt daar een liefde voor, zo zeer dat hij het wil schilderen. De liefde en zijn voorstelling die hij in zijn innerlijk uit die liefde heeft is deel van zijn geestelijke wereld. Het schilderij tenslotte toont ons dat geestelijke beeld van Parijs in de vorm die de schilder vanuit zijn liefde heeft gevormd. Een andere schilder heeft een ander liefde-beeld en maakt dus een ander schilderij.
Als voorbeeld een schilder en zijn schilderij.
De schilder kiest een bepaald onderwerp, zeg Parijs, en schildert dat. Het resultaat is een schilderij waaraan de kijker direct kan herkennen dat het Parijs voorstelt. Indien nu een tweede schilder hetzelfde onderwerp schildert is ook dat herkenbaar als Parijs, en toch is het absoluut niet hetzelfde als het eerste schilderij. Hoe kan dat, want Parijs is niet veranderd?
Zie, de bestaande vorm is de stad Parijs, een vaste vorm in de natuurlijke wereld. En de schilder ontwikkelt daar een liefde voor, zo zeer dat hij het wil schilderen. De liefde en zijn voorstelling die hij in zijn innerlijk uit die liefde heeft is deel van zijn geestelijke wereld. Het schilderij tenslotte toont ons dat geestelijke beeld van Parijs in de vorm die de schilder vanuit zijn liefde heeft gevormd. Een andere schilder heeft een ander liefde-beeld en maakt dus een ander schilderij.
Daaraan is te zien dat de geestelijke wereld en de natuurlijke voor ons mensen op aarde door elkaar heen lopen. Want wat de schilder doet, doen we allemaal. We hebben een beeld van iets, en dat beeld is gevormd door de liefde die we ervoor ervaren. Wie bv samen met zijn partner voor een etalage staat bemerkt dat niet beide dezelfde schoenen mooi vinden, dat niet beide graag voor dezelfde etalage blijven staan, dat niet beide überhaupt van winkelen houden. De etalages zijn hetzelfde, het beeld dat we ervan hebben wordt ingegeven door de liefde die we ervoor voelen.
Liefde
Alles, zowel in de natuurlijke wereld als in de geestelijke wereld, is uit liefde. De natuurlijke wereld is uit liefde, want die is gevormd uit de liefde Gods. De geestelijke wereld is uit liefde, want die komt voort uit de liefde van elke menselijke ziel. Aldus komt werkelijk alles uit liefde voort.
De liefde Gods is volkomen en zuiver en is volledig gericht op het welzijn van Zijn naaste, en dat zijn wij, de mens. Het wezen van zuivere liefde is, dat die het welbevinden van de naaste nastreeft. Elke vorm van liefde die anders is dan het welbevinden van de naaste is in meer of mindere mate onzuiver.
Maatstaf is de liefde Gods voor de mens.
In de mens is aanvankelijk die zuivere onvoorwaardelijke goddelijke liefde niet aanwezig, de mens kan er wel naar streven om die liefde uit God meer en meer op te nemen, maar de volledige zuiverheid van liefde is alleen in Hem. Dat opnemen van zuivere liefde uit Hem geschiedt met name indien de mens de zelfliefde afwijst en God bovenal wil liefhebben, en de naaste als zichzelf.
De liefde die hieraan is tegengesteld noemen we onzuivere of ook wel boze liefde, bv de liefde voor zichzelf, tezamen met de liefde voor de wereld, die in feite ook een liefde voor zichzelf is, want die liefde wil zo veel mogelijk van het wereldse verkrijgen en alleen heersend bezitten.
De soorten liefde kunnen dus worden onderscheiden in twee groepen, de groep naastenliefde en de groep zelfliefde. Tot de groep naastenliefde behoort bovenal de liefde tot God aangezien Hij de meest Naaste is. Verder behoren tot deze groep o.m. liefde voor het goed beheren van de natuur, liefde voor het goed vervullen van verantwoordelijkheden zoals baan, gezin, buurt, gemeente, maar ook liefde voor het betrachten van rechtvaardigheid, trouw, zachtmoedigheid, geduld, barmhartigheid etc.
Tot de groep van zelfliefde behoren o.m. liefde voor genot, vermaak e.d. en ook verlustiging in overheersen, lasteren, bedriegen, beroven, misbruiken, kwetsen en ombrengen van de naaste. Ook de liefde voor geld en goederen, luxe, rijkdom, bezittingen e.d. behoort tot deze groep.
De liefde Gods is volkomen en zuiver en is volledig gericht op het welzijn van Zijn naaste, en dat zijn wij, de mens. Het wezen van zuivere liefde is, dat die het welbevinden van de naaste nastreeft. Elke vorm van liefde die anders is dan het welbevinden van de naaste is in meer of mindere mate onzuiver.
Maatstaf is de liefde Gods voor de mens.
In de mens is aanvankelijk die zuivere onvoorwaardelijke goddelijke liefde niet aanwezig, de mens kan er wel naar streven om die liefde uit God meer en meer op te nemen, maar de volledige zuiverheid van liefde is alleen in Hem. Dat opnemen van zuivere liefde uit Hem geschiedt met name indien de mens de zelfliefde afwijst en God bovenal wil liefhebben, en de naaste als zichzelf.
De liefde die hieraan is tegengesteld noemen we onzuivere of ook wel boze liefde, bv de liefde voor zichzelf, tezamen met de liefde voor de wereld, die in feite ook een liefde voor zichzelf is, want die liefde wil zo veel mogelijk van het wereldse verkrijgen en alleen heersend bezitten.
De soorten liefde kunnen dus worden onderscheiden in twee groepen, de groep naastenliefde en de groep zelfliefde. Tot de groep naastenliefde behoort bovenal de liefde tot God aangezien Hij de meest Naaste is. Verder behoren tot deze groep o.m. liefde voor het goed beheren van de natuur, liefde voor het goed vervullen van verantwoordelijkheden zoals baan, gezin, buurt, gemeente, maar ook liefde voor het betrachten van rechtvaardigheid, trouw, zachtmoedigheid, geduld, barmhartigheid etc.
Tot de groep van zelfliefde behoren o.m. liefde voor genot, vermaak e.d. en ook verlustiging in overheersen, lasteren, bedriegen, beroven, misbruiken, kwetsen en ombrengen van de naaste. Ook de liefde voor geld en goederen, luxe, rijkdom, bezittingen e.d. behoort tot deze groep.
Het natuurlijk bewustzijn, het geestelijk bewustzijn
We zijn allemaal mensen in een natuurlijk lichaam, dus met een lichamelijke vorm, en in dat lichaam woont onze ziel die zich gedurende het leven een bewustzijn vormt, zich bewust wordt. Allereerst vormt zich het zgn natuurlijke bewustzijn, dat allerlei indrukken leert benoemen en duiden die via de zintuigen binnenkomen. Daarom heet het ook het natuurlijk bewustzijn, want de indrukken zijn indrukken vanuit het natuurlijke.
Vervolgens is het de bedoeling dat we vanuit dat natuurlijke bewustzijn een geestelijk bewustzijn ontwikkelen. Wij zelf dus. En daarbij kunnen we ons niet laten leiden door de indrukken van uit het natuurlijke, maar dienen we zelf te kiezen waar we onze liefde op willen richten.
En dat is meteen het grote verschil met het natuurlijke bewustzijn, dat bewustzijn ontwikkelt zich sowieso en zonder dat we daar zelf voor kiezen. Er zijn via de zintuigen allerlei natuurlijke prikkels die ons denken stimuleren et voilà, het natuurlijk bewustzijn ontwikkelt zich a.h.w. als vanzelf. Het zijn de natuurlijke prikkels die dat bewustzijn oproepen, niet wij. We hebben geen inspraak op dat gebeuren, we kiezen niet, het gebeurt.
Het geestelijk bewustzijn daarentegen ontwikkelt zich uitsluitend op grond van onze vrije wil, onze eigen keuze, op eigen initiatief. Dat is essentieel, omdat één van de primaire geestelijke principes is, dat het geestelijke zonder vrije keuze niet geestelijk is.
Onder dwang van wetten, sociale druk, angsten, e.d. kan het geestelijk bewustzijn niet bestaan, noch zich ontwikkelen. Vergelijk het met de liefde zelf. Onder dwang van wetten of sociaal maatschappelijke druk is liefde helemaal geen liefde, en kan het ook niet zijn. Liefde bestaat alleen als ze zich in volkomen vrijheid kan ontplooien. Het begrip 'geestelijk' is synoniem aan 'liefdewil'.
Geestelijk is de liefdewil, en het geestelijk bewustzijn is het bewustzijn dat daar uit voortkomt.
Vervolgens is het de bedoeling dat we vanuit dat natuurlijke bewustzijn een geestelijk bewustzijn ontwikkelen. Wij zelf dus. En daarbij kunnen we ons niet laten leiden door de indrukken van uit het natuurlijke, maar dienen we zelf te kiezen waar we onze liefde op willen richten.
En dat is meteen het grote verschil met het natuurlijke bewustzijn, dat bewustzijn ontwikkelt zich sowieso en zonder dat we daar zelf voor kiezen. Er zijn via de zintuigen allerlei natuurlijke prikkels die ons denken stimuleren et voilà, het natuurlijk bewustzijn ontwikkelt zich a.h.w. als vanzelf. Het zijn de natuurlijke prikkels die dat bewustzijn oproepen, niet wij. We hebben geen inspraak op dat gebeuren, we kiezen niet, het gebeurt.
Het geestelijk bewustzijn daarentegen ontwikkelt zich uitsluitend op grond van onze vrije wil, onze eigen keuze, op eigen initiatief. Dat is essentieel, omdat één van de primaire geestelijke principes is, dat het geestelijke zonder vrije keuze niet geestelijk is.
Onder dwang van wetten, sociale druk, angsten, e.d. kan het geestelijk bewustzijn niet bestaan, noch zich ontwikkelen. Vergelijk het met de liefde zelf. Onder dwang van wetten of sociaal maatschappelijke druk is liefde helemaal geen liefde, en kan het ook niet zijn. Liefde bestaat alleen als ze zich in volkomen vrijheid kan ontplooien. Het begrip 'geestelijk' is synoniem aan 'liefdewil'.
Geestelijk is de liefdewil, en het geestelijk bewustzijn is het bewustzijn dat daar uit voortkomt.
De geestelijke wereld van het hiernamaals is dientengevolge de wereld die ontspruit aan de liefdewil en het liefdebewustzijn. Zie, indien de geestelijke wereld, het hiernamaals, zich vormt en ontplooit naar de wil en het bewustzijn van liefde, kan de conclusie niet anders zijn, dan dat het hiernamaals voor ieder mens verschillend is, want er zijn oneindig vele soorten liefde, en de liefde van elk mens is uniek.
Naarmate de liefde zuiverder is zoals bv de oprechte naastenliefde en vooral de liefde tot God, is ook de geestelijke wereld die er uit voortkomt mooier en gelukzaliger. Naarmate die liefde onzuiverder is, zoals liefde voor zichzelf en de natuurlijke wereldse vormen, is ook de geestelijke wereld die er uit voortkomt duisterder en ellendiger. Dat is dus met klem niet omdat die mens ergens voor wordt gestraft, nee, het is de keuze van ieder mens zelf. En elk mens krijgt voortdurend liefdevolle ondersteuning om uit vrije wil te kiezen voor een steeds zuiverder vorm van liefde, nu èn in het hiernamaals.
Naarmate de liefde zuiverder is zoals bv de oprechte naastenliefde en vooral de liefde tot God, is ook de geestelijke wereld die er uit voortkomt mooier en gelukzaliger. Naarmate die liefde onzuiverder is, zoals liefde voor zichzelf en de natuurlijke wereldse vormen, is ook de geestelijke wereld die er uit voortkomt duisterder en ellendiger. Dat is dus met klem niet omdat die mens ergens voor wordt gestraft, nee, het is de keuze van ieder mens zelf. En elk mens krijgt voortdurend liefdevolle ondersteuning om uit vrije wil te kiezen voor een steeds zuiverder vorm van liefde, nu èn in het hiernamaals.
De weg en bestemming in het hiernamaals
De beschrijving van de ervaringen van een ziel in het hiernamaals zijn voor elke ziel enigszins anders, want elk mens en zijn liefde is uniek. Wat wel overeenstemt is het feit dat er meestal eerst een soort van overgangssituatie plaats vindt.
De bedoeling daarvan is tweeërlei.
Ten eerste -
Ten eerste het 'afstropen' van de misvattingen over het leven na de dood. Zo zijn er mensen die denken gewoon nog op de aarde te zijn, want men heeft altijd gedacht dat de dood het einde is. Men denkt aan de andere zijde in het hiernamaals nog precies zo, en kan dan ook maar moeilijk geloven en accepteren dat men fysiek dood is. Er zijn ook zielen die op aarde een 'geloofsovertuiging' hebben gehad waarin is opgenomen hoe het hiernamaals eruit zal zien. Het gros van deze overtuigingen zijn (deels) misvattingen, en deze misvattingen dienen ook te worden afgestroopt.
Hiertoe verschijnt er voor de net overleden zielen allereerst een omgeving zoals BDE's het wel beschrijven. Het is een omgeving om de ziel op te vangen en tot rust te brengen, om de ziel met veel liefde te kunnen omringen, om de ziel de kans te geven bekenden te ontmoeten, om de ziel antwoord te kunnen geven op alle mogelijke vragen die er leven etc.
Ten tweede -
Ten tweede is het de bedoeling de ziel zijn 'bestemming' te laten vinden, iets wat volgt kortere of langere tijd na de aankomst. Zo is het voor zielen die een lijdensweg hebben moeten doorstaan, of die onder ingrijpende omstandigheden zijn overleden nodig dat ze een poosje 'slapen'.
Slapen is het tot rust laten komen van het gemoed, wat ook werkelijk wordt ervaren als slapen. De tijd die daarvoor nodig is, is heel verschillend, ook al omdat tijd in het hiernamaals een begrip is wat geestelijk duidt op de verandering van de staat van het bewustzijn.
Het woord bestemming overigens bedoelt niet dat er is vastgesteld waar en hoe de mens terecht gaat komen. Nee, want dan zou het niet nodig zijn de mens zijn bestemming te laten vinden, die mens zou direct naar zijn vermeende juiste plek gestuurd kunnen worden. Wat wordt bedoelt is dat de mens zijn vrije liefde-keuze vindt en bewust wordt.
Want de vrijheid van keuze is ook hier, juist hier in het hiernamaals, leidend. Het kiezen echter dient zoals gezegd uit vrije wil te geschieden. Aangezien die keuze bij de meeste zielen niet bewust is, wordt er een behoorlijke tijd besteed aan het begeleiden zodat de ziel zijn liefde-voorkeur gaat ontdekken en de 'bestemde' omgeving, dwz de bij deze liefde horende omgeving kan betrekken.
Dat kan dus onmogelijk worden opgedrongen. De manier om de zielen hierin te helpen is, dat ze worden vrijgelaten te gaan en staan waar ze willen. D.w.z. gaan en staan in een omgeving die aanvankelijk nog veel lijkt op aardse omgevingen, zoals een omgeving die sterk overeenkomt met de omgeving waar de mens vandaan komt.
Overigens, net als 'tijd' geestelijk niet betekent een bepaald tijdsverloop, maar een aanduiding van verandering in staat van bewustzijn is, zo duidt 'plek' of 'bestemming' niet op een locatie, maar op de hoedanigheid van liefde waarin de ziel verkeert, de hoedanigheid van zijn liefdewil. Een verandering van liefdewil vertoont zich in het hiernamaals als een verplaatsing. De 'plek' is een nauwgezet beeld van de hoedanigheid van de liefdewil.
Zielen die in een vergelijkbare hoedanigheid van liefde zijn, leven in kleinere of grotere gemeenschappen samen. Ze voelen zich daar gelukkig en vertrouwd omdat ze zowel in de omgeving als in elkaar een gelijkgestemdheid ervaren, wat logisch is omdat omgeving en het soort gezelschap voortkomen uit een gelijksoortige hoedanigheid van liefdewil.
De bedoeling daarvan is tweeërlei.
Ten eerste -
Ten eerste het 'afstropen' van de misvattingen over het leven na de dood. Zo zijn er mensen die denken gewoon nog op de aarde te zijn, want men heeft altijd gedacht dat de dood het einde is. Men denkt aan de andere zijde in het hiernamaals nog precies zo, en kan dan ook maar moeilijk geloven en accepteren dat men fysiek dood is. Er zijn ook zielen die op aarde een 'geloofsovertuiging' hebben gehad waarin is opgenomen hoe het hiernamaals eruit zal zien. Het gros van deze overtuigingen zijn (deels) misvattingen, en deze misvattingen dienen ook te worden afgestroopt.
Hiertoe verschijnt er voor de net overleden zielen allereerst een omgeving zoals BDE's het wel beschrijven. Het is een omgeving om de ziel op te vangen en tot rust te brengen, om de ziel met veel liefde te kunnen omringen, om de ziel de kans te geven bekenden te ontmoeten, om de ziel antwoord te kunnen geven op alle mogelijke vragen die er leven etc.
Ten tweede -
Ten tweede is het de bedoeling de ziel zijn 'bestemming' te laten vinden, iets wat volgt kortere of langere tijd na de aankomst. Zo is het voor zielen die een lijdensweg hebben moeten doorstaan, of die onder ingrijpende omstandigheden zijn overleden nodig dat ze een poosje 'slapen'.
Slapen is het tot rust laten komen van het gemoed, wat ook werkelijk wordt ervaren als slapen. De tijd die daarvoor nodig is, is heel verschillend, ook al omdat tijd in het hiernamaals een begrip is wat geestelijk duidt op de verandering van de staat van het bewustzijn.
Het woord bestemming overigens bedoelt niet dat er is vastgesteld waar en hoe de mens terecht gaat komen. Nee, want dan zou het niet nodig zijn de mens zijn bestemming te laten vinden, die mens zou direct naar zijn vermeende juiste plek gestuurd kunnen worden. Wat wordt bedoelt is dat de mens zijn vrije liefde-keuze vindt en bewust wordt.
Want de vrijheid van keuze is ook hier, juist hier in het hiernamaals, leidend. Het kiezen echter dient zoals gezegd uit vrije wil te geschieden. Aangezien die keuze bij de meeste zielen niet bewust is, wordt er een behoorlijke tijd besteed aan het begeleiden zodat de ziel zijn liefde-voorkeur gaat ontdekken en de 'bestemde' omgeving, dwz de bij deze liefde horende omgeving kan betrekken.
Dat kan dus onmogelijk worden opgedrongen. De manier om de zielen hierin te helpen is, dat ze worden vrijgelaten te gaan en staan waar ze willen. D.w.z. gaan en staan in een omgeving die aanvankelijk nog veel lijkt op aardse omgevingen, zoals een omgeving die sterk overeenkomt met de omgeving waar de mens vandaan komt.
Overigens, net als 'tijd' geestelijk niet betekent een bepaald tijdsverloop, maar een aanduiding van verandering in staat van bewustzijn is, zo duidt 'plek' of 'bestemming' niet op een locatie, maar op de hoedanigheid van liefde waarin de ziel verkeert, de hoedanigheid van zijn liefdewil. Een verandering van liefdewil vertoont zich in het hiernamaals als een verplaatsing. De 'plek' is een nauwgezet beeld van de hoedanigheid van de liefdewil.
Zielen die in een vergelijkbare hoedanigheid van liefde zijn, leven in kleinere of grotere gemeenschappen samen. Ze voelen zich daar gelukkig en vertrouwd omdat ze zowel in de omgeving als in elkaar een gelijkgestemdheid ervaren, wat logisch is omdat omgeving en het soort gezelschap voortkomen uit een gelijksoortige hoedanigheid van liefdewil.
Een voorbeeld van een weg in het hiernamaals
De mens zet vervolgens zijn leven voort onder de soms wel, soms niet herkende begeleiding van engelen, net als hier op aarde zou je kunnen zeggen, want wie is zich bv bewust van zijn beschermengel? Het voortzetten van het leven is in wezen het proces dat leidt tot het leren kennen van de eigen heersende liefdewil.
Een voorbeeld kan dit wellicht wat verduidelijken:
Neem een mens die op aarde een leven leidde als onderwijzer, omdat deze ziel van kinderen hield. Natuurlijk is het 'onderwijzer zijn' slechts één aspect van de liefdewil, en van dat aspect is de ziel zich al bewust, want juist door dat bewust te zijn werd hij onderwijzer. In het hiernamaals, na de ontvangst en de eventuele slaap, voelt deze ziel zich bv aanvankelijk thuis in een omgeving waarin het begeleiden van kinderen centraal staat. |
Hij is daar samen met anderen met een gelijke liefdewil als de zijne, en ook de omgeving vormt zich naar die liefdewil. Hoe zuiverder deze liefde is, hoe schoner en gelukzaliger de omgeving. Kinderen zijn er ook, bv kinderen die het aardse leven door ziekte of ongeluk te vroeg hebben verlaten.
Want Hij Die zuivere liefde is heeft, hoewel voor onze aardse ogen niet zichtbaar, alles in de hand, en zo worden 'te vroeg overleden kinderen' in de geestelijke wereld van het hiernamaals heel goed, en beter zelfs, begeleidt om op te groeien en een bewustzijn te ontwikkelen. Want opgroeien betekent ook hier het ontwikkelen van een bewustzijn, eerst het natuurlijke en daarna uit vrije wil het geestelijke bewustzijn.
De 'onderwijzer' uit het bovengenoemde voorbeeld leeft in het hiernamaals geheel volgens zijn liefdewil een leven van onderwijzen. Het kan zijn dat de man in het aardse bestaan ook voorkeuren heeft gehad die hij heeft onderdrukt omwille van de dagelijkse inkomsten e.d. In het hiernamaals zullen deze neigingen zich niet laten maskeren, en de man komt bv tot het besef dat hij een studie wil volgen, iets waar hij voorheen geen gelegenheid noch middelen voor had, zodat het zelfs niet in zijn gedachten opkwam.
Hij zal zich door de bewustwording van die zich ontwikkelende liefdewil, verplaatsen naar een andere omgeving en een ander gezelschap, dwz de hoedanigheid van zijn liefdewil ontwikkelt zich en dat vertoont zich aan hem als verplaatsen. Hij komt vervolgens wellicht in een omgeving waar les wordt gegeven aan 'studenten' zoals hijzelf ook wil zijn, en met docenten die precies dat lesgeven waar zijn liefdewil naar uitgaat.
En later wil hij misschien onderzoek gaan doen, of gaan reizen, of ... of klinkt dat wat al te fantastisch? Zie, ook wij dragen in ons voorstellingsvermogen een beeld van hoe wij het hiernamaals voorstellen. En het is daarom voor ons niet altijd even goed denkbaar dat er universiteiten, bibliotheken, herbergen e.d. aardse zaken in het hiernamaals zouden zijn.
Wel, hou voor ogen dat het hiernamaals altijd een overeenstemmend beeld is van de hoedanigheid van liefdewil en dat die wil vrij is, en dat de gestalte die dat aanneemt daar een afspiegeling van is, bedoeld om de mens die deze omgeving (onbewust) creëert te helpen zich bewust te worden van zijn liefdewil.
Want Hij Die zuivere liefde is heeft, hoewel voor onze aardse ogen niet zichtbaar, alles in de hand, en zo worden 'te vroeg overleden kinderen' in de geestelijke wereld van het hiernamaals heel goed, en beter zelfs, begeleidt om op te groeien en een bewustzijn te ontwikkelen. Want opgroeien betekent ook hier het ontwikkelen van een bewustzijn, eerst het natuurlijke en daarna uit vrije wil het geestelijke bewustzijn.
De 'onderwijzer' uit het bovengenoemde voorbeeld leeft in het hiernamaals geheel volgens zijn liefdewil een leven van onderwijzen. Het kan zijn dat de man in het aardse bestaan ook voorkeuren heeft gehad die hij heeft onderdrukt omwille van de dagelijkse inkomsten e.d. In het hiernamaals zullen deze neigingen zich niet laten maskeren, en de man komt bv tot het besef dat hij een studie wil volgen, iets waar hij voorheen geen gelegenheid noch middelen voor had, zodat het zelfs niet in zijn gedachten opkwam.
Hij zal zich door de bewustwording van die zich ontwikkelende liefdewil, verplaatsen naar een andere omgeving en een ander gezelschap, dwz de hoedanigheid van zijn liefdewil ontwikkelt zich en dat vertoont zich aan hem als verplaatsen. Hij komt vervolgens wellicht in een omgeving waar les wordt gegeven aan 'studenten' zoals hijzelf ook wil zijn, en met docenten die precies dat lesgeven waar zijn liefdewil naar uitgaat.
En later wil hij misschien onderzoek gaan doen, of gaan reizen, of ... of klinkt dat wat al te fantastisch? Zie, ook wij dragen in ons voorstellingsvermogen een beeld van hoe wij het hiernamaals voorstellen. En het is daarom voor ons niet altijd even goed denkbaar dat er universiteiten, bibliotheken, herbergen e.d. aardse zaken in het hiernamaals zouden zijn.
Wel, hou voor ogen dat het hiernamaals altijd een overeenstemmend beeld is van de hoedanigheid van liefdewil en dat die wil vrij is, en dat de gestalte die dat aanneemt daar een afspiegeling van is, bedoeld om de mens die deze omgeving (onbewust) creëert te helpen zich bewust te worden van zijn liefdewil.
Ik heb hier een voorbeeld genomen waarbij de liefdewil zich in gestaltes vormt die we hier, in ons natuurlijk aardse bestaan, zeer wel herkennen. Elke liefdewil staat echter altijd onder een overheersend liefde-motief hetwelk ofwel de kant van naastenliefde ofwel de kant van zelfliefde opgaat. Dat geldt voor het hiernamaals, het geldt ook voor hier en nu.
Neem het onderwijs voorbeeld van zo even, wordt dat onderwijs gegeven uit oprechte ware naastenliefde voor kinderen, of is er een zelfzuchtig motief. Evenzo de eventuele studie die gevolgd wordt, of het onderzoek, het reizen ... altijd is er een heersend liefde-motief dat zich laat definiëren in termen van ofwel zelfzucht of naastenliefde.
Dat motief, de heersende liefdeneiging, is met name de bepalende factor in hoe het hiernamaals zich aan de ziel, aan de mens, voordoet. Let wel, niet hoe het is in algemene zin, maar hoe het zich individueel aan de desbetreffende ziel voordoet. Je kunt zeggen dat alleen de Geest Gods ziet hoe de werkelijkheid is in zowel de natuurlijke als de geestelijke wereld, en alle anderen zien slechts dat wat hun bevattingsvermogen, dwz de hoedanigheid van hun liefde, toelaat.
En het is precies díe bewustwording, nl het eigen zelfzuchtige of naastenliefde motief, die wordt beoogd te worden gevonden, dat heet bestemming. Dit wordt door begeleidende engelen alleen in bedekte termen gezegd, want zou het onloochenbaar worden gecommuniceerd, dan zou het meer kwaad dan goed doen, want wie het niet kan ontkennen, wie genoodzaakt is het aan te nemen, die is niet meer vrij in zijn keuzes. Tenslotte zijn we er hier op aarde ook niet echt van doordrongen dat het daar om gaat. Het wordt alleen in bedekte termen in het Woord duidelijk gemaakt.
Ook na dit verhaal van mij heb je nog alle ruimte om het aan te nemen of niet. Je bent volkomen vrij om te kiezen voor zuivere liefde of toch nog je bedenkingen te hebben. God noch engel zal je duidelijk komen maken dat je het anders dient te doen, want dat is niet zo, het gaat er nu juist om dat je vrij kiest waar je bij voorkeur je liefde naar uit wil doen gaan. Zo lang je dat doet doe je precies wat de bedoeling is.
Het is om die reden dat God Zich niet openbaart als de Almachtige, wat Hij wel degelijk is, maar dat Hij als een klein kind in een stal dit materiële bestaan instapte en het menselijke vlees aantrok. In dat lichaam dat net als het onze werd geplaagd door allerlei prikkelingen en verleidingen toonde Hij dat de liefde de keuze is die Hij maakt. En Hij zei 'Volg Mij' in die keuze.
Hoe dan ook, het voorbeeld van de onderwijzer is weliswaar goed te begrijpen, het toont echter niet welk leidend liefde-motief er in deze mens heerst. Er zal een tocht volgen door allerlei verschillende gezelschappen en omgevingen waarbij de ziel zijn bestemming steeds dichter nadert.
Indien de zelfzucht de primair heersende liefde is wordt de omgeving steeds gebrekkiger en het gezelschap steeds onaangenamer, precies zoals de ziel zelf is dus. Een zeer zelfzuchtig mens is voor de naaste zeer onaangenaam, indien je in een gezelschap komt van zielen die allen even zelfzuchtig zijn als jij, dan is dat niet echt aangenaam.
Waarom dat wordt toegelaten, wel, omdat deze toestand uiteindelijk de beste is om in deze ziel het bewustzijn van ware liefde te wekken...al zal het mogelijk lang duren. Als gezegd, tijd is een voortschrijdende verandering in de staat van liefde-bewustzijn. Een ziel die erg vast zit in de zelfzuchtige liefde-wil heeft nauwelijks besef van tijd, want de verandering van zijn staat van liefde-bewustzijn laat op zich wachten.
Neem het onderwijs voorbeeld van zo even, wordt dat onderwijs gegeven uit oprechte ware naastenliefde voor kinderen, of is er een zelfzuchtig motief. Evenzo de eventuele studie die gevolgd wordt, of het onderzoek, het reizen ... altijd is er een heersend liefde-motief dat zich laat definiëren in termen van ofwel zelfzucht of naastenliefde.
Dat motief, de heersende liefdeneiging, is met name de bepalende factor in hoe het hiernamaals zich aan de ziel, aan de mens, voordoet. Let wel, niet hoe het is in algemene zin, maar hoe het zich individueel aan de desbetreffende ziel voordoet. Je kunt zeggen dat alleen de Geest Gods ziet hoe de werkelijkheid is in zowel de natuurlijke als de geestelijke wereld, en alle anderen zien slechts dat wat hun bevattingsvermogen, dwz de hoedanigheid van hun liefde, toelaat.
En het is precies díe bewustwording, nl het eigen zelfzuchtige of naastenliefde motief, die wordt beoogd te worden gevonden, dat heet bestemming. Dit wordt door begeleidende engelen alleen in bedekte termen gezegd, want zou het onloochenbaar worden gecommuniceerd, dan zou het meer kwaad dan goed doen, want wie het niet kan ontkennen, wie genoodzaakt is het aan te nemen, die is niet meer vrij in zijn keuzes. Tenslotte zijn we er hier op aarde ook niet echt van doordrongen dat het daar om gaat. Het wordt alleen in bedekte termen in het Woord duidelijk gemaakt.
Ook na dit verhaal van mij heb je nog alle ruimte om het aan te nemen of niet. Je bent volkomen vrij om te kiezen voor zuivere liefde of toch nog je bedenkingen te hebben. God noch engel zal je duidelijk komen maken dat je het anders dient te doen, want dat is niet zo, het gaat er nu juist om dat je vrij kiest waar je bij voorkeur je liefde naar uit wil doen gaan. Zo lang je dat doet doe je precies wat de bedoeling is.
Het is om die reden dat God Zich niet openbaart als de Almachtige, wat Hij wel degelijk is, maar dat Hij als een klein kind in een stal dit materiële bestaan instapte en het menselijke vlees aantrok. In dat lichaam dat net als het onze werd geplaagd door allerlei prikkelingen en verleidingen toonde Hij dat de liefde de keuze is die Hij maakt. En Hij zei 'Volg Mij' in die keuze.
Hoe dan ook, het voorbeeld van de onderwijzer is weliswaar goed te begrijpen, het toont echter niet welk leidend liefde-motief er in deze mens heerst. Er zal een tocht volgen door allerlei verschillende gezelschappen en omgevingen waarbij de ziel zijn bestemming steeds dichter nadert.
Indien de zelfzucht de primair heersende liefde is wordt de omgeving steeds gebrekkiger en het gezelschap steeds onaangenamer, precies zoals de ziel zelf is dus. Een zeer zelfzuchtig mens is voor de naaste zeer onaangenaam, indien je in een gezelschap komt van zielen die allen even zelfzuchtig zijn als jij, dan is dat niet echt aangenaam.
Waarom dat wordt toegelaten, wel, omdat deze toestand uiteindelijk de beste is om in deze ziel het bewustzijn van ware liefde te wekken...al zal het mogelijk lang duren. Als gezegd, tijd is een voortschrijdende verandering in de staat van liefde-bewustzijn. Een ziel die erg vast zit in de zelfzuchtige liefde-wil heeft nauwelijks besef van tijd, want de verandering van zijn staat van liefde-bewustzijn laat op zich wachten.
Er dient nog wat gezegd te worden over het beeld dat zielen van zichzelf en hun omgeving hebben.
Elke ziel ziet nl met het eigen niveau van bewustzijn van liefde, maar kan niets zien van wat een hoger bewustzijn van liefde ziet, vertoont en is. Dat is te vergelijken met wat wij ook ervaren indien we een wetenschapper zijn wetenschappelijke taal horen gebruiken, we doorzien daar weinig of niets van, tenzij we zijn ingevoerd in de gebruikte taal. Omgekeerd kan de professor in de taal van zijn studenten perfect herkennen hoe ver ze al in de wetenschap zijn doorgedrongen.
Zo ook in de geestelijke wereld. De geesten van een zeer zuivere liefde kunnen heel goed de bewustzijnsomgeving van de geesten met een minder zuivere liefde zien en herkennen, maar omgekeerd kunnen de zgn lagere geesten de hogere en hun liefde-omgeving totaal niet zien, tenzij deze hogere liefde-geesten zich omhullen met een sfeer die zich aanpast bij de lagere geesten. Het is om die reden dat de geesten de hun begeleidende engelen niet zien.
En ook wij, we kunnen het geestelijke alleen begrijpen naar de mate waarin we onze zuivere liefdewil hebben gewekt. Daardoor zijn er ook zo enorm veel soorten getuigenissen over het hiernamaals die behoorlijk van elkaar kunnen afwijken. Ik bedoel niet zo zeer de BDE getuigenissen, want die getuigen van de eerste ontvangst, en die is, zoals beschreven, voor allen vrij gelijksoortig. Ik bedoel het vervolg traject, dat niet alleen voor elke ziel uniek is, maar ook nog eens door hen die het voor ons beschrijven alleen in die termen kan worden beschreven die bij hun staat van liefdebewustzijn horen.
Wij kunnen het alleen begrijpen naar de mate waarin onze zuivere liefdewil is gewekt, en een beschrijver van het hiernamaals kan het ook alleen beschrijven naar zijn mate van gewekte zuivere liefdewil. Vandaar de vele verschillen. Zo bevindt zich in elk getuigenis wel waarheid, maar wie zal ons wijzen welk deeltje waar is, en dan nog hoe zullen wij het herkennen?
Elke ziel ziet nl met het eigen niveau van bewustzijn van liefde, maar kan niets zien van wat een hoger bewustzijn van liefde ziet, vertoont en is. Dat is te vergelijken met wat wij ook ervaren indien we een wetenschapper zijn wetenschappelijke taal horen gebruiken, we doorzien daar weinig of niets van, tenzij we zijn ingevoerd in de gebruikte taal. Omgekeerd kan de professor in de taal van zijn studenten perfect herkennen hoe ver ze al in de wetenschap zijn doorgedrongen.
Zo ook in de geestelijke wereld. De geesten van een zeer zuivere liefde kunnen heel goed de bewustzijnsomgeving van de geesten met een minder zuivere liefde zien en herkennen, maar omgekeerd kunnen de zgn lagere geesten de hogere en hun liefde-omgeving totaal niet zien, tenzij deze hogere liefde-geesten zich omhullen met een sfeer die zich aanpast bij de lagere geesten. Het is om die reden dat de geesten de hun begeleidende engelen niet zien.
En ook wij, we kunnen het geestelijke alleen begrijpen naar de mate waarin we onze zuivere liefdewil hebben gewekt. Daardoor zijn er ook zo enorm veel soorten getuigenissen over het hiernamaals die behoorlijk van elkaar kunnen afwijken. Ik bedoel niet zo zeer de BDE getuigenissen, want die getuigen van de eerste ontvangst, en die is, zoals beschreven, voor allen vrij gelijksoortig. Ik bedoel het vervolg traject, dat niet alleen voor elke ziel uniek is, maar ook nog eens door hen die het voor ons beschrijven alleen in die termen kan worden beschreven die bij hun staat van liefdebewustzijn horen.
Wij kunnen het alleen begrijpen naar de mate waarin onze zuivere liefdewil is gewekt, en een beschrijver van het hiernamaals kan het ook alleen beschrijven naar zijn mate van gewekte zuivere liefdewil. Vandaar de vele verschillen. Zo bevindt zich in elk getuigenis wel waarheid, maar wie zal ons wijzen welk deeltje waar is, en dan nog hoe zullen wij het herkennen?
En wij dan ... straks?
Zie, over anderen kunnen we onmogelijk rechtvaardig oordelen want we zien simpelweg niet wat er in hun innerlijk door hen wordt bevestigd, geloofd en liefgehad. We kunnen onmogelijk waarnemen welke overtuigingen een ander werkelijk heeft, en welke liefdeneigingen onder het masker van uitspraken en vertoonde gedragingen verborgen zit.
De mens die zijn natuurlijke prikkels tot waarheid verheft, probeert op allerlei manieren, maar vaak wel op verborgen wijze, zijn genot en verlustiging te realiseren. Een rem daarop kan zijn allerlei sociaal maatschappelijke wetten en regelgeving, of het willen behouden van respect en aanzien, of financiële (on-)mogelijkheden, etc. Vallen die beperkende omstandigheden weg, dan ontwaakt de drift, de begeerte volop.
Zo wordt bv diefstal altijd in het verborgene gedaan, een maskering. Wij zien kortom niet aan het gezicht of dagelijkse gedrag wie een dief is. De dief zelf weet het wel natuurlijk. En ook wij weten heel goed wat onze heersende liefde is, wat we graag doen, wat we nastreven, wat we werkelijk liefhebben.
De mens die zijn natuurlijke prikkels tot waarheid verheft, probeert op allerlei manieren, maar vaak wel op verborgen wijze, zijn genot en verlustiging te realiseren. Een rem daarop kan zijn allerlei sociaal maatschappelijke wetten en regelgeving, of het willen behouden van respect en aanzien, of financiële (on-)mogelijkheden, etc. Vallen die beperkende omstandigheden weg, dan ontwaakt de drift, de begeerte volop.
Zo wordt bv diefstal altijd in het verborgene gedaan, een maskering. Wij zien kortom niet aan het gezicht of dagelijkse gedrag wie een dief is. De dief zelf weet het wel natuurlijk. En ook wij weten heel goed wat onze heersende liefde is, wat we graag doen, wat we nastreven, wat we werkelijk liefhebben.
En ik denk dat de meesten van ons een heel vriendelijke en meelevende aard hebben. De meeste mensen zijn goede mensen, denk ik, al weet ik het niet echt natuurlijk. Men kan anderen wel vertellen wie men werkelijk is, maar de ander zal nooit zeker weten of er niet wordt gelogen. Alleen de mens zelf weet precies wie hij of zij is.
|
De vraag hoe het hiernamaals zal zijn is dezelfde vraag als wie men is, als het gaat om de soort liefde waar men het meest naar neigt. Is dat zelfliefde, of is dat naastenliefde? Want daaraan kan men enigszins zien hoe het persoonlijke hiernamaals er uit gaat zien. Er zijn weliswaar talloze varianten, toch kan men aardig inschatten welke heersende sfeer er zal zijn a.d.h. van de soort liefde die men de meeste voorkeur geeft.
Zie, heersende liefde leidt tot heersende sfeer in het hiernamaals. Wie een liefdevolle instelling heeft en oprecht medeleven en compassie opbrengt voor de naaste zal meestal ook niet bang zijn voor de dood.
Wie wel bang is voor de dood krijgt dat gevoel ingegeven door zijn innerlijke geest. Die innerlijke geest nl voorvoelt heel goed in welke miserabele toestand hij zich bevindt. Wie bang is voor de dood wordt a.h.w. getipt door zijn innerlijke geest. Wat de mens daar mee doet is zijn vrije keus.
Aldus heeft ieder mens een innerlijk waarschuwingssysteem dat ook wel geweten wordt genoemd. Dat systeem is de innerlijke geest die eigenlijk maar twee dingen kan aangeven, groen of rood, dwz waar of vals, goed of kwaad. En dan niet zo zeer het goede of kwade van de ander, maar het eigen goede of kwade gedrag, spreken, denken, willen.
Elk mens weet donders duidelijk wat goed is en wat niet.
Goed is dat wat de ander goed doet, en niet goed is dat wat de ander kwaad doet. Christen, moslim, hindoe, atheïst ... het maakt niets uit welke overtuiging er in de mens is, want ieder heeft dat rood/groene alarmlicht van het geweten, de innerlijke geest, die onmiskenbaar duidelijk maakt waar je staat.
Dat ik hier niet wil pleiten voor het een of ander mag ik misschien nog eens extra benadrukken door te vertellen dat in het hiernamaals de ene toestand weliswaar duidelijk anders is dan de andere, maar dat de mens zelf de eigen toestand meesttijds als gelukzalig ervaart.
Ja, chargerend, ook de zielen die zich in vuil, stront en stank bevinden ervaren dat zelf als zeer aangenaam. Serieus. Ze zien het niet als vuil, ze ruiken het niet als stank, ze snuiven het met plezier op, ze wentelen zich erin. Het is slechts voor geesten die zich in lichtere, zuiverder liefdesferen bevinden waarneembaar als stank en vuil.
Toch worden deze zielen niet aan hun lot overgelaten. Bij tijden krijgen ze voor momenten zicht op hun werkelijke toestand, begrip van hun werkelijke aard, en dat ervaren ze dan als schokkend en in het goede geval brengt het hen tot inzicht en kiezen ze voor verandering.
Wat ik maar wil zeggen, ieder mens is echt vrij, hier en in het hiernamaals, om de eigen liefde voorkeuren te volgen. Denk je eens in, het mag allemaal. Ik heb voor de naastenliefde gekozen simpelweg omdat ik dat prachtig vind. Ik heb vervolgens ontdekt dat God liefde is en dat Hij dezelfde keuze voor liefde maakt die ik ook zo mooi vindt.
Je kunt je voorstellen dat wij het goed met elkaar kunnen vinden, we houden van elkaar omdat we in elkaar hetzelfde motief herkennen, liefde voor de ander, de naaste. Dat Hij toevallig Schepper is en ik schepsel maakt ons niet veel uit, beide hebben we in vrijheid gekozen voor de zuivere liefde.
Zijn motief is niet om er Zelf beter van te worden, en ook ik hoef er niet beter van te worden. Oké, Hij is almachtig, en ik ben daarmee vergeleken een nietig stofje. Nou en. In vriendschap en liefde voor elkaar is dat van geen enkele betekenis. Ik hou niet van Hem om zijn almacht, en Hij houdt niet van mij om mijn onmacht, welnee, we zijn gelijkgestemd en zijn graag bij elkaar. We spreken elkaar graag, we zoeken elkaars gezelschap.
Van Hem krijg ik dan ook dit inzicht op het hiernamaals. Het is niet zo dat Hij specifiek zegt dat dit is bedoelt om aan jullie te vertellen, maar hé, van jullie hou ik ook en daarom deel ik graag wat me hierover wordt ingegeven.
En zo is het.
Zie, heersende liefde leidt tot heersende sfeer in het hiernamaals. Wie een liefdevolle instelling heeft en oprecht medeleven en compassie opbrengt voor de naaste zal meestal ook niet bang zijn voor de dood.
Wie wel bang is voor de dood krijgt dat gevoel ingegeven door zijn innerlijke geest. Die innerlijke geest nl voorvoelt heel goed in welke miserabele toestand hij zich bevindt. Wie bang is voor de dood wordt a.h.w. getipt door zijn innerlijke geest. Wat de mens daar mee doet is zijn vrije keus.
Aldus heeft ieder mens een innerlijk waarschuwingssysteem dat ook wel geweten wordt genoemd. Dat systeem is de innerlijke geest die eigenlijk maar twee dingen kan aangeven, groen of rood, dwz waar of vals, goed of kwaad. En dan niet zo zeer het goede of kwade van de ander, maar het eigen goede of kwade gedrag, spreken, denken, willen.
Elk mens weet donders duidelijk wat goed is en wat niet.
Goed is dat wat de ander goed doet, en niet goed is dat wat de ander kwaad doet. Christen, moslim, hindoe, atheïst ... het maakt niets uit welke overtuiging er in de mens is, want ieder heeft dat rood/groene alarmlicht van het geweten, de innerlijke geest, die onmiskenbaar duidelijk maakt waar je staat.
Dat ik hier niet wil pleiten voor het een of ander mag ik misschien nog eens extra benadrukken door te vertellen dat in het hiernamaals de ene toestand weliswaar duidelijk anders is dan de andere, maar dat de mens zelf de eigen toestand meesttijds als gelukzalig ervaart.
Ja, chargerend, ook de zielen die zich in vuil, stront en stank bevinden ervaren dat zelf als zeer aangenaam. Serieus. Ze zien het niet als vuil, ze ruiken het niet als stank, ze snuiven het met plezier op, ze wentelen zich erin. Het is slechts voor geesten die zich in lichtere, zuiverder liefdesferen bevinden waarneembaar als stank en vuil.
Toch worden deze zielen niet aan hun lot overgelaten. Bij tijden krijgen ze voor momenten zicht op hun werkelijke toestand, begrip van hun werkelijke aard, en dat ervaren ze dan als schokkend en in het goede geval brengt het hen tot inzicht en kiezen ze voor verandering.
Wat ik maar wil zeggen, ieder mens is echt vrij, hier en in het hiernamaals, om de eigen liefde voorkeuren te volgen. Denk je eens in, het mag allemaal. Ik heb voor de naastenliefde gekozen simpelweg omdat ik dat prachtig vind. Ik heb vervolgens ontdekt dat God liefde is en dat Hij dezelfde keuze voor liefde maakt die ik ook zo mooi vindt.
Je kunt je voorstellen dat wij het goed met elkaar kunnen vinden, we houden van elkaar omdat we in elkaar hetzelfde motief herkennen, liefde voor de ander, de naaste. Dat Hij toevallig Schepper is en ik schepsel maakt ons niet veel uit, beide hebben we in vrijheid gekozen voor de zuivere liefde.
Zijn motief is niet om er Zelf beter van te worden, en ook ik hoef er niet beter van te worden. Oké, Hij is almachtig, en ik ben daarmee vergeleken een nietig stofje. Nou en. In vriendschap en liefde voor elkaar is dat van geen enkele betekenis. Ik hou niet van Hem om zijn almacht, en Hij houdt niet van mij om mijn onmacht, welnee, we zijn gelijkgestemd en zijn graag bij elkaar. We spreken elkaar graag, we zoeken elkaars gezelschap.
Van Hem krijg ik dan ook dit inzicht op het hiernamaals. Het is niet zo dat Hij specifiek zegt dat dit is bedoelt om aan jullie te vertellen, maar hé, van jullie hou ik ook en daarom deel ik graag wat me hierover wordt ingegeven.
En zo is het.